Op de komende Nuclear Security Summit in Den Haag presenteert het NFI een onderzoeksprogramma voor radiologische opsporing onder de naam nuclear forensics. Ook het reactorinstituut van de TU draagt er aan bij.
Wat stond hen te wachten? Een zelfmoordactie, een aanval uit de lucht, of was de bom al ergens verstopt? Ze waren met stralingsmeters op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen aan het werk gegaan, ook op de Dam. Maar een in lood verpakte, onder stenen verborgen stralingsbron was met een vluchtig onderzoek moeilijk te vinden.
In zijn boek Vuile Bom is oud Vara-coryfee Aad van den Heuvel helder over waar ambtenaren nogal schimmig over doen: de inspanningen om te voorkomen dat radioactief materiaal in handen van terroristen belandt. Een atoombom maken zal ze niet meevallen, maar een explosief maken dat radioactief materiaal verspreidt, een vuile bom, is technisch niet erg ingewikkeld.
Op een bijeenkomsten voor de pers, eind januari op het reactorinstituut, brachten woordvoerders graag het nobele werk onder de aandacht dat overheidsdiensten verrichten om aanslagen te voorkomen. Maar erg concreet konden ze niet worden. Om veiligheidsredenen.