Skip to content


Keuring neemt angst voor genpieper weg

Trouw, Podium 15-01-2002

Keuring neemt angst voor genpieper weg

De lauwe ontvangst van het rapport Terlouw over genetisch gemodificeerd voedsel roept de vraag op of zo’n debat eigenlijk wel zo’n goed idee was. Het beeld wat eruit naar voren komt is dat van een actieve ongeruste minderheid naast een passieve ongeïnteresseerde meerderheid van consumenten. Van een debat is nauwelijks merkbare sprake geweest in de afgelopen maanden en het eindoordeel is ook nauwelijks verrassend: behoedzaam verder.
Is het eigenlijk wel zinvol om de bevolking raad te vragen over zo’n ingewikkelde kwestie wanneer zelfs deskundigen geen zekerheid kunnen geven? Onzekerheid over de onvoorziene neveneffecten van genetisch gemodificeerd voedsel zijn een vruchtbare bodem gebleken voor angstcampagnes van de milieubewegingen. Kreten als killer-potatoes en Frankenstein-food hebben een onverwacht groot effect gehad op de Europese houding ten opzichte van genvoedsel. Amerikaanse bedrijven zijn Europa als verloren markt gaan beschouwen en afgelopen week liet zaadveredelaar Advanta Seeds bv weten het onderzoek naar gentechnologie in Nederland stop te zetten. Omdat Advanta de grootste was op dat gebied komt daarmee dit onderzoeksveld in Nederland nagenoeg stil te liggen.
Dat is slecht nieuws en een direct gevolg van de (aangewakkerde) bezorgdheid bij de consument. Advanta’s woordvoerder Cees Noome verwacht de eerste vijf tot tien jaar geen Europese markt voor hun producten. Op langere termijn verwacht hij wel genetisch gemodificeerde producten op de Europese markt, maar die zullen dan van Amerikaanse origine zijn. Ook Advanta zet z’n biotechnologische research voort in de VS. Zo krijgen de vage angsten inmiddels zeer concrete -en wat mij betreft ongewenste- gevolgen: Europa wordt een biotechnologisch ontwikkelingsgebied.

Het gendebat heeft de bezorgdheid bij de consument slechts geregistreerd en is er niet in geslaagd die weg te nemen. Natuurlijk kan het hele ‘debat’ bedoeld zijn als een schijndemocratische bliksemafleider om vervolgens behoedzaam verder te gaan om het pad van genetisch modificeren van gewassen. Maar gezien het besluit van Advanta is dat dan niet erg effectief verlopen. Bovendien wil ik democraat Terlouw niet betichten van een dergelijk cynische opvatting van de volksraadpleging.

Feit blijft dat de ongerustheid bij de consument niet is weggenomen. De vraag is of en hoe dat kan? Wie kan je in deze kwestie eigenlijk nog vertrouwen?
Niet de industrie. Uiteraard zal die vooral de voordelen van gemodificeerde gewassen onder de aandacht willen brengen: langer houdbare producten; ingebouwde vitaminen in rijst; veelbelovende gewassen voor de derde wereld; minder pesticide nodig voor de teelt. De eigen commerciële strategie blijft doorgaans onbesproken en mogelijke gezondheidsrisico’s worden gemarginaliseerd. Begrijpelijk. Je kunt niet immers niet verwachten dat de industrie z’n eigen glazen ingooit door de moeizaam ontwikkelde producten in een slecht daglicht te stellen. Toch moet er een kritisch tegenwicht zijn tegen de industriële propaganda.
Die rol hebben de milieubewegingen zich toegeëigend. Blij met een nobel doel waarop ze hun pijlen konden richten, trokken ze volop van leer tegen het Frankenstein-voedsel: rattengenen in de sla, een nobele vlinder die het aflegt tegen een ingebouwd insecticide bij bepaalde planten. De berichtgeving was op z’n minst tendentieus en vaak bij nader inzien niet geheel correct. In het vuur van de demagogie hebben ook de milieubewegingen hun geloofwaardigheid in deze kwestie verspeeld.
Hoe zit het dan met wetenschappers aan de universiteiten? Die moeten toch een onafhankelijk en evenwichtig oordeel kunnen vellen over de vermeende voordelen en de risico’s? Helaas. Volgens de Wageningse ethicus en filosoof dr Michiel Korthals (Verdieping 11-01) zijn ook de wetenschappers niet meer te vertrouwen. Ze zijn ingepakt door het bedrijfsleven, stelt hij, doordat de universiteit een groeiend deel van hun budget uit samenwerkingscontracten met het bedrijfsleven moeten halen. En wiens brood men eet….
De keuringsinstituten dan? In de toelating van voedingsproducten op de markt volgt Europa doorgaans de lijn van de prestigieuze en strenge Food and Drug Administration (FDA) in de Verenigde Staten. En helaas, op het gebied van genvoedsel is het FDA vakkundig gecorrumpeerd. In hun onthullende boek ‘Trust us, we’re Experts’ beschrijven de journalisten Sheldon Rampton en John Stauber hoe begin negentiger jaren de FDA is overgehaald om genetische gemodificeerd voedsel te beschouwen als equivalent aan natuurlijke varianten. Hierdoor valt genetisch gemodificeerd voedsel bij de FDA onder de categorie GRAS (Generally Regarded As Safe) en is daarmee vrijgesteld van de verplichte en rigoureuze veiligheidstesten die voor elk ander nieuw voedselproduct gelden. Bij ‘GRAS’ producten worden de veiligheidstests aan de producenten overgelaten… Een van de sleutelfiguren in deze beslissing was ene Michael Taylor die afkomstig was van biotech gigant Monsanto, waar hij kort na de beslissing bij de FDA ook weer is teruggekeerd. Hij zal er een warm welkom beleefd hebben.

Europa doet er dus goed aan om zelf gemodificeerd voedsel aan verplichte toxiciteitstests te onderwerpen. In feite zou er een Europese Voedsel Autoriteit (EVA) ingesteld moeten worden die voor genetisch gemodificeerd voedsel de toegang tot de markt bewaakt. Dit instituut zou het vertrouwen van de Europese burger moeten winnen door naast marktbewaking ook open te staan voor vragen van burgers over genvoedsel. Uiteraard zou een dergelijk instituut onafhankelijk van de industrie (en van de FDA) moeten opereren op solide wetenschappelijke basis. Als een dergelijk instituut in de loop der jaren tijd het vertrouwen van de burger weet te winnen, kan het vage wantrouwen plaatsmaken voor een meer genuanceerd oordeel over genvoedsel. Hopelijk komt er dan ook weer ruimte voor Europees biotechnologisch onderzoek zodat we ons over tien jaar niet willoos hoeven uit te leveren aan de grillen van Monsanto en kornuiten.
De consument moet genvoedsel kunnen vertrouwen. Dat bereik je niet door een debat maar misschien wel door een onafhankelijke, open en nuchter opererende Europese Voedsel Autoriteit. Als EVA zegt dat een appel OK is, dan moet de burger zich geen zorgen meer willen maken.

Ir Jos Wassink is wetenschapsjournalist
copyright 2002, Jos Wassink

Posted in Trouw.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.

« »