Skip to content


Groene OPEC

Groene OPEC
VPRO Noorderlicht / 25 min / 21-11-2000
Biomassa is een tamelijk onbekend begrip, maar het is de meest veelbelovende bron van hernieuwbare energie. Plantaardig materiaal wordt direct verbrand of in gas omgezet. Brandstof die zo gemaakt wordt is CO2-neutraal: bij de groei wordt net zoveel CO2 opgenomen als bij verbranding vrijkomt. In Nederland is biomassa nog klein, maar in Zweden dekt het nu 20% van de energiebehoefte en dat moet groeien naar 40%.

VPRO NOORDERLICHT – TRANSCRIPT
TITEL: GROENE OPEC
ONDERWERP: BIOMASSA; HERNIEUWBARE ENERGIE; CO2
UITZENDING: 21 NOVEMBER 2000
DOOR JOS WASSINK EN MAARTEN HIDSKES


00:00 LEADER

00:20 TAKKEN ZWIEPEN OPZIJ VOOR OOGSTMACHINE

ANDRE FAAIJ:
Biomassa is wat je kan noemen een hernieuwbare energiebron.

TAKKEN VERDWIJNEN IN VERSNIPPERAAR

ANDRE FAAIJ:
Wat de plant opneemt aan CO2 tijdens de groei, komt weer vrij tijdens de benutting als energiedrager.

HOUTSNIPPERS STUIVEN IN EEN BAK

ANDRE FAAIJ:
En verder heeft biomassa ook het voordeel dat het op overzienbare termijn concurrerend kan zijn met fossiele brandstof.

01:00 TITEL: GROENE OPEC


TLT DWN VANUIT LUCHT NAAR GROENE AKKER

COMMENTAAR:
Het broeikaseffect heeft ons stevig in z’n greep. We zijn verslaafd geraakt aan goedkope energie maar alle verbruik leidt tot meer en meer CO2 in de atmosfeer met alle gevolgen vandien.

De CO2 uitstoot MOET verminderen.

Planten nemen kooldioxide op uit de lucht en kunnen vervolgens als brandstof worden gebruikt. Dat is de filosofie achter het woord biomassa.

Op verschillende plaatsen ontwikkelt men technieken om energie en brandstof te winnen uit plantaardig materiaal. Benzine uit bomen en CO2-vrije energie. Dat klinkt utopisch, maar er wordt hard aan gewerkt.

VERSNIPPEREN WILGENTAKKEN

DR. ANDRE FAAIJ
ENERGIE- EN MILIEUSTUDIES
UNIVERSITEIT UTRECHT
Er zijn grote regio’s op de wereld die in potentie een groot overschoot kunnen hebben aan biomassa en je zou het ter plekke kunnen omzetten in synthetische benzine of methanol dat met tankers naar Nederland varen en daarmee zou je een CO2-neutrale benzine in dit land kunnen gebruiken.

RONDRIT MET TOYOTA

IN AUTO:

COMMENTAAR:
Andre Faaij voert studies uit naar duurzame energie. Vanuit de universiteit Utrecht adviseert hij ondermeer overheid, bedrijfsleven en de verenigde naties over verschillende energie-scenario’s.

COMMENTAAR:
Op de Oostwaardhoeve in de Wieringermeer experimenteert men met snelgroeiende gewassen als populieren en wilgen. Kriteria hierbij zijn een snelle groei en bestendigheid tegen ziekten.

ANDRE FAAIJ EN PETER GOEDBLOED LOPEND DOOR KAAL PROEFVELD:

PETER GOEDBLOED
BEDRIJFSLEIDER PROEFBOERDERIJ OOSTWAARDHOEVE:
Nou dit is ons eerste proefveld en daar hebben we nu voor de derde keer geoogst of de derde oogst staat er nu. Dan zie je hoe ver het gewas ontwikkeld is en eigenlijk ook dat er bij zo’n gewas dat je gestart bent, problemen tegen komt en dat is roest. En dus, het is zelfs al slecht te zien op dit moment want het staat er wat dat betreft keurig bij, maar gewoon het blad wat op de grond ligt is een maand te vroeg gevallen.

PAN DOOR DICHT BLADERSCHERM

PETER GOEDBLOED:
Nou deze hebben we dus vier jaar later geplant met de kennis die we daar opgedaan hebben en je ziet het is nu een wat jonger gewas maar die zit nog vol in blad, is nog vol in produktie en dat is net eigenlijk het stukje sjeu dat je hebt: vier weken langere produktie.

MACHINE ZAAGT WILGENSPRUITEN AF, TRANSPORTEERT ZE NAAR ACHTER, VANGT ZE DAAR OP IN EEN KLEP EN LOST ZE OP EEN HOOP.

ANDRE FAAIJ:
Wat je hier hebt gezien is een proefboerderij. En hier wordt geleerd, hier wordt ervaring opgedaan met deze optie. We heben iets gezien van aanplant met ziektes die op kunnen treden en je ziet dat de tweede generatie aanplant het al beter doet. Verder moet je veel leren over wat een goede praktijk is om energiegewas te telen afhankelijk van klimaat, bodem maar ook economische factoren.
Nederlandse arbeid is gewoon duur dus je zou het liefst zoveel mogelijk mechaniseren om het concurrerend te laten zijn. Wat je nu net hebt gezien van het handmatig chippen van hout zal hier in de praktijk niet snel gebeuren als je over een comercieel systeem praat.

04:38

ARCHIEFBEELDEN:
AUTO’S WOII MET HOUTVERGASSERS. TITEL: BENZINELOOS VERKEER.

COMMENTAAR:
Hout is altijd een basisbrandstof geweest.
Toen tijdens de tweede wereldoorlog de verkoop van benzine aan burgers stil kwam te liggen, nam men z’n toevlucht tot hout in plaats van benzine.

Het hout werd gestookt in speciale ketels. Hierbinnen werd het niet verbrand, maar in plaats daarvan langzaam omgezet in een mengsel van koolmonoxide en waterstofgas. Dit brandbare gasmengsel diende vervolgens als brandstof voor de motor.

Niemand kon toen vermoeden dat dankzij het broeikaseffect de houtvergassing opnieuw in de belangstelling zou komen.

05:23 TERREIN ECN, PETTEN

ANDRE FAAIJ:
We zijn hier bij het energie onderzoeks centrum Nederland te Petten in Noord-Holland daar wordt veel onderzoek gedaan aan allerlei energieopties en een ervan is biomassa en het gebouw wat je hier ziet is een testfaciliteit voor biomassavergassing. Daar kunnen vaste brandstoffen, dus allerlei biomassastromen, kunnen daarin worden omgezet in een gasmengsel bij een hoge temperatuur, ondermaat lucht en daarmee wordt een gasmengsel gemaakt wat je dan vervolgens voor allerlei toepassingen kan gebruiken.

STORTEN SNIPPERS IN KOKER


ANDRE EN BRAM VD DRIFT LOPEN NAAR BENEDEN

IR BRAM VAN DER DRIFT
PROJECTLEIDER BIOMASSA, ECN:
We zijn nu aan het vergassen en dat betekent in dit plaatje dat we het materiaal hier inbrengen, transporteren naar de hete zone hier. Daar wordt het biomassa, het hout of het stro, wordt vergast.

CU WERVELBEDVERBRANDING

BRAM VAN DER DRIFT:
Je zorgt ervoor dat er een geringe hoeveelheid lucht bijzit, dus niet teveel want dan zou je gaan verbranden en doordat je een tekort aan lucht heb, produceer je koolmonoxide, waterstof en dat is het brandbare gas.

LOOPJE LANGS HIGH-TECH OPSTELLING
EINDIGT OP BESTURINGSCOMPUTER

BRAM VAN DER DRIFT:
Zoals het in de tweede wereldoorlog werkte achter de auto, dat is precies hetzelfde proces. Dit is wat meer uitontwikkeld en enorm goed in de hand te houden. Typische problemen kun je hier veel beter oplossen dan in een min of meer ongecontroleerd proces zoals dat op die auto’s zat.

ANDRE FAAIJ:
Dit soort technologie is ontzettend gevoelig voor economies of scale. Dus hoe groter je ze maakt hoe goedkoper ze relatief worden….
Hier praat je over 500 kW thermische input, test installatie, en je zou best wel eens toe kunnen gaan naar 500 of 1000 MW thermisch voor een echt grote commerciele fabriek die bijvoorbeeld in de Rijnmond staat of in een haven die goed toegankelijk is.

AFSLUITING ECN

07:18 ARCHIEFBEELDEN
OPSTIJGENDE MESSERSCHMIDTS DUITSE LUFTWAFFE;
STILLS FISCHER, TROPSCH, LABORATORIA

COMMENTAAR:
Je zou het zo niet zeggen, maar ook de Duitse Luftwaffe had tijdens de tweede wereldoorlog brandstofproblemen. De Messerschmidts vlogen op synthetische benzine en dat kwam de prestaties niet ten goede.

Synthetische benzine was een uitvinding van de chemici Franz Fischer en Hans Tropsch. In 1925 ontwikkelden zij aan het Kaiser Wilhelminstitut in het Ruhrgebied een procede waarmee ze koolmonoxide en waterstofgas om wisten te zetten in een vloeibare brandstof.

ARCHIEFFILM DEUTSCHES BUNDESARCHIV:
Im gewaltigen Werken wird dieses Wunder verwirklicht und
Deutsches Benzin aus Deutsche Rohstoffen gewonnen.

COMMENTAAR:
Zo maakten ze synthetische benzine. Tijdens de tweede wereldoorlog waren er zeven fabrieken in vol bedrijf.

OPMARS TANKS EN VLIEGTUIGEN

EINDE MUZIEK

COMMENTAAR:
Een halve eeuw later staat, dankzij de wereldwijde CO2-crisis, Fischer-Tropsch opnieuw in de belangstelling.

08:24 ONDERWEG MET PONT OVER HET IJ

BOTEN OP HET IJ

ANDRE FAAIJ:
Hier zie je achter me een aantal laboratoria van Shell. Shell houdt zich bezig met omzetten van gas in vloeibare brandstof. Dat doen ze met behulp van een al oud proces, Fischer-Tropsch proces en dat wordt hier verder ontwikkeld. Ze doen veel op basis van aardgas, maar ook gas verkregen uit de vergassing van biomassa is een mogelijke grondstof voor dit proces. Dus dat soort processen wordt hier verder ontwikkeld.


ANDRE LOOPT MET MARTIJN VAN HARDEVELD OVER SHELL TERREIN

DR IR MARTIJN VAN HARDEVELD
ONDERZOEKER FISCHER-TROPSCH
SHELL GLOBAL SOLUTIONS INTERNATIONAL:
Shell heeft verschillende onderzoeken op het gebied van duurzame energie, biomassa is er daar een van, maar ook zonnecellen enzovoorts. Wat dat betreft is men duidelijk ook in de verkennende fase. En biomassa omzetten in vloeibare transportbrandstoffen dat zijn allemaal opties die op dit moment bekeken worden.

IN PROEFFABRIEK; TRAPPEN OP

MARTIJN VAN HARDEVELD:
Er is op het moment net een nieuwe katalysator geladen en daarna kunnen we in feite weer nieuwe testen gaan doen en dat is op zich altijd wel weer spannend. Nou wat je hier ziet is de bovenkant van de reactor die bestaat uit één buis in dit geval. Wat je hierboven ziet is de inlaat van het gas. Nou dat gas gaat die buis in en die buis zit van helemaal hieronder tot boven gevuld met katalysator. Daar vindt de reactie plaats en wordt het synthesegas omgezet in hoofdzakelijk wasvormige produkten die vloeibaar zijn bij deze temperatuur.

CU KRAANTJE SPUIT

MARTIJN VAN HARDEVELD:
Dat proces, daarbij worden er ketens van verschillende lengtes gevormd. Sommige van deze ketens zijn wel honderd van deze CH2-groepjes lang. Op die manier wordt er een wasachtig materiaal gevormd en dat is eigenlijk een soort van kaarsvet.

SLUITEN VATEN MET WAS

MARTIJN VAN HARDEVELD:
De volgende stap in het proces is het kraken van deze lange koolwaterstofketens naar de gewenste produkten. Dat zijn bijvoorbeeld ultraschone diesel en kerosine. Deze diesel en kerosine bevatten helemaal geen zwavel en ook geen aromaten en bij verbranding leidt dat ook niet tot de vorming van roetdeeltjes. Dus het is eigenlijk een soort van superdiesel en superkerosine die je op deze manier maakt.

AANSTEKEN OLIELAMP

11:18 ANDRE LOOPT POORT SHELL UIT

ANDRE FAAIJ:
Wat je tot nu toe hebt gezien is dat we biomassa kunnen produceren, we kunnen het telen. We kunnen die biomassa ook vergassen en omzetten in een synthesegas en als we dat synthesegas voldoende schoon maken dat kunnen we het bijvoorbeeld met een Fischer-Tropsch proces wat je hier gezien hebt omzetten in een bruikbare transportbrandstof van een goede kwaliteit. Dus technisch is die keten inderdaad bewezen, zou je kunnen zeggen.
Wat vervolgens het grote probleem is, is dat dat ook economisch moet kunnen concurreren … en dat betekent ook weer dat je veel biomassa moet hebben en die biomassa moet ook weer een redelijke prijs hebben. Nou wat je nu in Nederland gezine hebt is dat het telen van biomassa hier erg duur is, dat komt vooral door dure grond en je kan ook zeggen dure boeren. In Nederland zitten we op ongeveer 1 a 2 procent van onze energievoorziening die op biomassa-achtige afvalstromen kan draaien, dat is een heel bescheiden cijfer, maar in een land als Zweden is dat op dit moment al twintig procent. Twintig procent van z’n nationale energievraag wordt gedekt door biomassa, vooral uit hun bossen.

12:23 PAN VANAF ZWEEDS DORP NAAR CENTRALE

COMMENTAAR:
Het midden-Zweedse stadje Enköping betrekt bijna alle energie uit biomassa. De op afval- en kweekhout gestookte centrale levert in de winterperiode alle warmte en de helft van de elektriciteit voor de 20.000 inwoners.

Drie-en-een-half duizend trucks per jaar leveren hier de brandstof aan. Voor ieder huishouden één container vol per jaar.

CENTRALE; VRACHTWAGEN STORT LADING IN GROTE TRANSPORTGOOT

LOOPJE ANDRE MET MAN IN GELE REGENJAS VOORLANGS CENTRALE

ANDRE FAAIJ: But you can operate it at 30 percent of the capacity?

JAN HOLMLUND: Yes. it’s OK

INT. LABORATORIUM EN KEURINGSSTATION

JAN HOLMLUND
BRANDSTOF EXPERT
VÄRMEVERKET, ENKÖPING:
And here you can see several types of fuel. This is bark. And some wood too but mostly bark and it’s about 20 to 25% of our normal fuelmix. Then we have some fresh woodchips directly from the forest from branches and needles. That’s a rather good one. This contains more good material. And another part of our fule mix is salix. Chips from fast grow ing willow tree.

ANDRE FAAIJ:: But it’s very dry.

JAN HOLMLUND: Yes, we’ve dried it. Normal water content is 50 to 55%.

14:00

TOTAAL, TRAP OP SILO
KIJKJE IN SILO;

JAN HOLMLUND: It’s a little too small consumption if you only have some small houses and so on.
ANDRE FAAIJ: Wow ! This is some facility you have here. How much storage capacity do you have here?
JAN HOLMLUND: If I add it up totally, it’s 8.000 cubic meters. It’s enough for three or four days consumption. Because we’re not allowed to drive trucks through the town in the weekend.

DOOR TUNNEL NAAR HET BOILERHUIS

JAN HOLMLUND:
It’s rather foggy

ENTREE BOILERHOUSE:

JAN HOLMLUND: The boilerhouse and the top of the boiler.

ANDRE FAAIJ: Impressive.

JAN HOLMLUND: It’s nearly 20 meter high, 60 square meter. And a steamdrum here..

INTERVIEWJAN HOLMLUND:
We started in late 1981 with a small biomass boiler of 11 MW. That was the first start and we did a lot of learning in using biofuel.

KIJKEN DOOR VUURGAT BOILER:

JAN HOLMLUND: There you can see the fuel coming in through the four openings.
ANDRE FAAIJ: It’s a suspension combustion.
HLM: Yes. It’s about 1000 to 1200 degrees into the boiler.

INTERVIEW JAN HOLMLUND:
It was a result of the first oilcrise in 1973 and then we decided we needed to change from imported fuel to domestic fuel. So it was the first start.

TRAPJE AF EN NAAR TURBINE RUIMTE

JAN HOLMLUND:
And once again steam turbine, low pressure turbine and the heat exchanger.

INTERVIEW JAN HOLMLUND:
In the summer period when this boiler is too big, we start with woodpowder supplied boiler and produce only district heating during the summer period. So that means we’re using biofuels all year around.

17:00

OPEN LUCHT OPSLAG BIOBRANDSTOF;
ANDRE LOOPT TUSSEN DE BIOBERGEN

ANDRE FAAIJ:
Zweden laat duidelijk zien dat ze een hele werkende infrastructuur hebben opgezet. Er is overal biomassa maar er is ook overal toepassingen van die biomassa. Vooral dan die warmtemarkt, het is natuurlijk een koud land, maar ze hebben zeker gedemonstreerd dat zoiets kan werken.

17:30 RIT MET MELIN DOOR VELDEN:

GUSTAV MELIN
DIRECTEUR AGROBRÄNSLE:
This is middle Sweden near the lake Melan, which is a very good area for our market, very good market area. Rather good prices in this area for woodchips and biofuels…

ANDRE FAAIJ: So is there a breeding program?
GUSTAV MELIN: Yes, the company Svalöf-Weibull is breeding and there’s also research on different universities in Sweden. But it takes ten years from that you pick a clone until you can sell it.

GUSTAV MELIN:
I’ve been working with this since twelve years. And the eight first years, I believe it as an experiment. But today it’s commercial and I think we’ve come beyond that stage that it’s only a development crop. I believe it’s a commercial crop and that it will stay.

GUSTAV MELIN: I believe that for reindeer and also moose it’s an attractive crop. Especially since it’s green this time of the year when nothing else is good to eat, this is a very good feeding.
ANDRE FAAIJ: gives them shelter.
GUSTAV MELIN: Yes
ANDRE FAAIJ: nice additional product
GUSTAV MELIN: Yeah, some farmers farmers tell me: well, my crop is no good, but my freezer is full. Hah Ha.

INTERVIEW GUSTAV MELIN:
We have around 15.000 hectares and I believe we will have around 250.000 hectares in Sweden. It’s about 10%, maybe a little less than 10% of the areable land that we have.

PAN WEG VAN WILGENAKKER

19:30

ANDRE FAAIJ:
Wat in Zweden is geïntroduceerd is een koolstofheffing, of carbontax, en wat men daar mee heeft bereikt is dat fossiele brandstoffen duurder zijn gemaakt ten opzichte van brandstoffen die geen netto kooldioxide uitstoot veroorzaken, zoals biomassa. Dus dat is een ingreep in de markt, maar met dat mechanisme heeft men biomassa een plaats op die markt laten veroveren.

19:58

BORDJE ‘ENERGISKOGS EXPERIMENT PALAR’ VOOR TEELTBOS UPPSALA

ANDRE FAAIJ:
We zijn nu in Uppsala in een vestiging van de Zweedse landbouw-universiteit en het gebouw wat je hier achter ziet is de huisvesting van de sectie die onderzoek doet naar loofbossenteelt en een onderdeel van dat onderzoek is onderzoek naar wilgenteelt. Deze sectie wordt geleid door professor Verwijst, is voormalig Nederlander, 18 jaar geleden naar Zweden gekomen.

MEELOOP THEO VERWIJST EN ANDRE

THEO VERWIJST:
We hebben hier een collectie uit de zeventiger jaren, dat is een landelijke campagne egweest. Via de kranten werd iedereen gevraagd om wilgen op te sturen. We kregen duizenden stekjes binnen, die werden op een veld gezet en de besten werden daaruit gehaald. Dat is dus gewoon ingezameld materiaal geweest. Dat is vaak oud materiaal dat in de 17e, 18e eeuw binnengebracht is in Zweden voor het maken van manden en dat is dus onze oorsponkelijke collectie geweest…
ANDRE FAAIJ: Fantastisch, ja.

PROF. THEO VERWIJST,
KORTE OMLOOPSBOSBOUWER
SVERIGES LANTBRUKSUNIVERSITEIT:
Op dit moment dekt bio-energie in Zweden twintig procent van de nationale jaarlijkse behoefte. Binnen twintig jaar zal dat zeker meer dan veertig procent worden, maar we moeten wel inzien dat het grootste gedeelte daar komt van resten van conventionele bosbouw.

UITLEG OVER KLONEN

THEO VERWIJST: Hier komen we nu bij een ekologische kloonkarakterisering. Enneh, ik zal je even uitleggen at het is hier. Je ziet W en N stan, water en stikstof.

THEO VERWIJST:
Wat we nu zien is dat we veel takken en loof en bast gaan verbranden en juist die componenten bevatten enorm veel voedingsstoffen die we in het bos zouden willen houden. We kunnen al moeilijk in het conventionele Zweedse bos 23 miljoen hectare gaan mesten, dus we moeten voedingsstoffen daar gaan houden.

THEO EN ANDRE IN POPULIERENAKKER
Nou dit materiaal is makkelijk te herkennen. De balsam-populier en wat hier staat is misschien wel het energiebos van de toekomst.

23:35

ANDRE FAAIJ:
In Nederland ligt biomassa duidelijk meer in het beginstadium, wordt veel geleerd, wordt veel gedaan, maar voordat we zover zijn als in Zweden moet er nog heel veel gebeuren.
We kunnen in Nederland wel iets met biomassa, maar als dat richting 10% van de nationale energievraag gaat is dat al heel veel. Maar wat wel kan is kijken naar regio’s waar die situatie heel anders is. Er zijn grote gebieden in de wereld waar de bevolkingsdichtheid veel lager is, veel grond beschikbaar en dan kun je bijvorbeeld denken aan geheel latijns Amerika, Afrika ten Zuiden van de Sahara, Oost-Europa richting Rusland, Australië. En daar is het in principe mogelijk om tegen heel lage kosten biomassa op goede wijze te produceren. … En dan krijg je een heel nieuw plaatje zeg maar op lange termijn. Nu heb je een OPEC die olie levert aan de wereld, we importeren daar ook energie van, maar op een lange termijn zou je een heel andere groep landen en regio’s kunnen krijgen die energie uit biomassa exporteert en dat zou een soort groene OPEC op mondiale schaal kunnen opleveren. Dat perpectief is er.

ANDRE FAAIJ EN THEO VERWIJST OVER AKKER,
FILOSOFEREND OVER BOS VAN DE TOEKOMST


22:35 AFTITELING:

SAMENSTELLING & REGIE Jos Wassink

RESEARCH Maarten Hidskes

CAMERA Willem Heshusius

GELUID Menno Euwe

MONTAGE Jack Verheul
MIXAGE Piet Rodenburg
KLEURCORRECTIE Ronald van Dieren
LEADER Marco Vermaas
COMMENTAAR Tessel Blok
REDACTIE Kees de Groot van Embden
Hansje van Etten
Maarten Hidskes
Simon Rozendaal
Karin Schagen
Marie Lou Schoenmakers
Annemiek Smit
IJsbrand van Veelen
Jacqueline de Vree
Jos Wassink

MMV Prof. Kees Andriesse, Utrecht
Prof. Krijn de Jong, Utrecht
Prof S.T. Sie, Hilversum
Jans Andries, TU Delft
Maarten de Groot, TU Delft
Jan Hanse, ECN
Corry Ruitenburg, ECN
Kees Klijkens, Shell A’dam
Annelies Oud, Shell A’dam

PRODUCTIE Madeleine Somer
Karin Spiegel
EINDREDACTIE Hansje van Etten

23:58 COPYRIGHT (c) 2000 VPRO

24:08 ZWART

English version

Posted in VPRO Noorderlicht.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.