Skip to content


Waterprins wordt Koning

delta16-waterprinsOnze kroonprins met een passie voor water wordt koning. De TU droeg bij aan zijn ontwikkeling tot waterprins.

“Ik denk wel dat ik een gebied gevonden heb waarin ik me vast wil bijten”, vertelt kroonprins Willem-Alexander in een interview met Paul Witteman. Het is september 1997 en de prins is net dertig geworden. “Dat is watermanagement,” zegt de kroonprins en veert op uit zijn stoel. “Pardon?” reageert Witteman. “Watermanagement. Water is iets fantastisch moois. Het is een primaire levensbehoefte, het is gezondheid, het is milieu, het is transport. Het is een gevecht tegen water, of een gevecht voor te weinig water. Je kunt er echt alles mee doen. En bovenal is het een oer-Hollands iets.”

Evenwichtig oriënteren

“Op de faculteit civiele techniek begonnen toen alle bellen te rinkelen”, herinnert emeritus hoogleraar waterbouwkunde Kees d’Angremond zich. Hij was decaan bij CiTG tussen 1996 en 1998. “We vonden dat hartstikke leuk om twee redenen: wij verwachtten dat er meer belangstelling van studenten voor onze opleiding zou komen en dat het het imago van de waterbouw in Nederland goed zou doen. Toen hebben wij als faculteit – ik heb daar als decaan het voortouw in gehad – een redelijk afstandelijke brief geschreven waarin we stelden dat we enthousiast waren met het voornemen van de prins om zich met water bezig te houden, dat we daarin een aantal facetten zagen, niet alleen het watermanagement maar ook de waterbouw. Wij hebben toen als faculteit onze medewerking aangeboden om de nodige contacten te leggen zodat de prins zich op een evenwichtige manier in dat hele veld kon oriënteren. Wij boden hem aan om hem te assisteren zijn weg te vinden en niet meer dan dat. Ik heb achteraf begrepen dat dat de reden is geweest waarom men teruggekomen is bij de faculteit en ons heeft uitgenodigd om in de begeleidingscommissie van de prins te komen.”

Rond diezelfde tijd legde Huub Savenije, die toen als hoogleraar integraal waterbeheer aan het Delftse Unesco IHE-instituut verbonden was, de laatste hand aan de samenvatting van de beleidsnota water. Hij schreef die samen met Bert Diphoorn van het ministerie van buitenlandse zaken op verzoek van voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk. De televisie stond aan, de prins vertelde over zijn plannen, en Diphoorn zei: “Dit rapport valt in goede aarde.” Savenije: “En dat bleek dus ook. Want we leverden het rapport in en werden bij de vader van de prins geroepen die inspecteur-generaal was van Buitenlandse Zaken. Claus zag dat boekje en zei: kijk, dit is nu wat voor mijn zoon!”

Vanaf dat moment lopen er twee zaken parallel: de opleiding van de prins in wat bekend werd als ‘het klasje’ en het scouten door vertegenwoordigers van de ministeries van verkeer en waterstaat en buitenlandse zaken van geschikte functies voor de prins. Bert Diphoorn (BuZa) kwam op het idee om het Wereld Water Forum in het jaar 2000 naar Nederland te halen, en om de prins daar voorzitter van te maken. In het voortraject daarvan is er een hele reeks buitenlandse bezoeken geweest naar ondermeer Brazilië, Zuid-Afrika, Mozambique en Namibië. Huub Savenije, vanaf 1999 hoogleraar waterhuishouding aan de TU, heeft veel van die bezoeken begeleid “om Willem-Alexander vertrouwd te maken met de internationale issues en met wat er op het Wereld Water Forum zou gebeuren.”

Klasje
Het opleidingstraject werd opgezet door een begeleidingscommissie waarin behalve Kees d’Angremond (namens de TU) ook zaten: IHE-directeur Wil Segeren, Gerrit Blom (directeur generaal van Rijkswaterstaat), de oud-politicus Pieter Winsemius en de vroegere directeur van de Heidemij, Maarten van Dis. Die groep heeft toen een opzet gemaakt voor de opleiding van de prins.

Een van de uitgangspunten was dat de prins vooral met leeftijdsgenoten op zou moeten trekken en niet aan het handje moest worden genomen. Savenije werd gevraagd ’het klasje’ met de prins en leeftijdsgenoten te leiden. “Ik heb dat ongeveer een jaar gedaan in die periode. De groep bestond uit ongeveer twintig personen van zijn leeftijd uit verschillende bedrijven en overheden. Daarmee heb ik toen een soort van crash course gedaan van één middag in de week. Dat hebben we gevuld met lezingen, rollenspellen en groepswerken. Dat ging over alle verschillende kanten van het waterbeheer.”

D’Angremond vult aan: “Dat waren heel enthousiaste sessies. Ik heb het hier wel meegemaakt in het lab. Dan loop je op de achtergrond zo’n beetje mee. Dan stond de prins bij studenten naast de golfgoot en dan stonden ze te jijen en jouen tegen elkaar tot ze zich realiseerden dat dat eigenlijk niet hoorde en dan zag je ze allebei terugschrikken.”

Savenije herinnert zich: “We deden ook rollenspellen in het klasje waarbij de één voor boer speelde, en een ander verantwoordelijk was voor de energievoorziening of de waterverdeling. Als het spel eenmaal op gang was, merkte niemand meer dat hij anders is dan de rest. Daar gaat hij zelf heel soepel mee om. Je krijgt snel een situatie die je tussen gewone studenten zou hebben. Willem- Alexander pakt iets heel snel op. Bij televisie-interviews suggereerden ze soms dat de prins niet zo slim was, waarop ik dan zei: hij was gewoon echt goed en snel. Hij was een van de betere studenten die je kunt hebben, dat is zonder meer waar. Hij was dan niet van de wiskundige vergelijkingen, maar hij had wel het inzicht.”

Ontklede demonstranten
Op het Wereld Water Forum van 2000 in Den Haag kon Willem- Alexander zich als voorzitter bewijzen op een internationaal podium. Maar de bijeenkomst verliep minder gladjes dan verwacht. Demonstranten hingen met touwen aan het plafond en hadden zich vastgeketend aan stoelen. Twee van hen hadden zich op het podium ontkleed voor de spreker, een minister uit Egypte. Ze kleedden zich uit, klonken zich met handboeien aan elkaar en op hun billen stond geschreven: ‘Damn the Dams’. De minister sprak aanvankelijk gewoon verder. Mogelijk was hij in verwarring door het culturele karakter van de bijeenkomst. Er was immers vlak daarvoor nog een dans geweest met schaars geklede vrouwen die elkaar met water besproeiden, dus misschien dacht hij dat de demonstranten daar nog bij hoorden. Maar op gegeven moment werden die twee afgevoerd en toen begonnen ze achterin de zaal te roepen: Damn the Dams! Damn the Dams! Savenije, die achter de prins op het podium zat, herinnert zich: “Het was een ontzettend goed georkestreerd geheel dat maar doorging totdat Willem-Alexander ingreep. Hij zat naast de directeur-generaal en zei: ik ga ingrijpen, is dat goed? Akkoord, zei de directeurgeneraal. Willem-Alexander is toen naar voren gestapt en zei: ‘Als je nou gewoon naar beneden komt en in de zaal gaat zitten kun je mee discussiëren.’ Hij deed dat met overwicht maar op een aangename manier. Het was indrukwekkend. Toen zag je wat hij in zijn mars had.”

Zelfverzekerd
Henk Jan Overbeek, emeritus hoogleraar waterbouw en ouddecaan van CiTG (1998 – 2001) denkt dat de prins onder meer naar aanleiding van dat optreden gevraagd is als voorzitter van de VNcommissie water & sanitation.

Overbeek zit in de adviescommissie water die in 2004 is opgericht om de minister ‘gevraagd en ongevraagd’ van advies te dienen. Willem-Alexander is voorzitter van de commissie en doet in die hoedanigheid uitspraken die soms tegen de ministeriële lijn ingaan.

“Het meest recente voorbeeld is de dialoog tussen de technischwetenschappelijke wereld en het ministerie over onze waterveiligheid”, zegt Overbeek. “Daar heeft de adviescommissie een aantal keren advies over uitgebracht en daarbij moest Willem- Alexander zeker weten dat hij door de anderen gesteund werd en dat hij kon verantwoorden wat hij zei. De boodschap is dat wij op een andere manier tegen onze waterveiligheid aan moeten gaan kijken.

Vroeger vond men: praat niet over de veiligheid, want dan maak je de mensen maar bang door te suggereren dat het niet veilig is. Nu wordt er gewoon gesproken over evacuaties en over ‘meerlaagse veiligheid’. Dat is een volslagen omslag. Net als de openlijke kritiek op de toestand van de dijken. Dertig procent van de waterkeringen zijn van onvoldoende kwaliteit.

Voordat de adviescommissie water een advies uitbrengt, ga je eerst het veld af om te zien wat er speelt en wat de voordelen en nadelen zijn van het huidige beleid en waar zou je naartoe willen en hoe kom je daar dan? De commissie doet haar huiswerk grondig, en dan was Willem-Alexander er ook niet wars om als voorzitter van de wateradviescommissie het woord te voeren. En als hij zich daarbij tegen het huidige beleid uitspreekt, dan zit je een beetje scheef met de ministeriële verantwoordelijkheid, maar dat gebeurt.”

Invloed
Overbeek zag de prins iedere zes weken op een vergadering van de adviescommissie water. Op 16 april was de laatste bijeenkomst onder het voorzitterschap van Willem-Alexander, omdat het koningschap geen nevenactiviteiten duldt.

D’Angremond heeft, toen de taak van de begeleidingscommissie erop zat, met Willem-Alexander afgesproken: “Als u een concrete vraag heeft aan ons, neem contact op. En als wij vinden dat u beslist ergens van op de hoogte moet zijn, zullen we u het laten weten.”

Dat is de afgelopen tien jaar misschien drie of vier keer gebeurd, vertelt hij.

Savenije, die in 2001 voor het laatst met de prins op reis was naar Mozambique om de gevolgen van een grote overstroming te bekijken, stuurt Willem-Alexander nog wel eens wat toe. Omgekeerd ontving de hoogleraar een uitnodiging om aanwezig te zijn bij de kroning op 30 april.

Met de kroning houden weliswaar zijn voorzitterschappen op, maar niet zijn belangstelling voor water. Daar zijn de professoren zeker van. Ze verwachten dat Koning Willem-Alexander op binnenlands niveau invloed zal blijven uitoefenen op waterbouw en waterbeheer. d’Angremond vraagt retorisch: “Hij heeft zijn belangstelling, hij weet er het nodige van en kan er met zeker gezag over spreken. Welke minister luistert in zo’n geval niet naar de koning?”

En ook internationaal zal de interesse voor water merkbaar blijven, verwacht Savenije: “Internationaal speelt het zeker. Hij komt overal, in de wandelgangen zie je veel mensen. Daar zal hij wel van zich laten horen.”

De onderwerpen van staatsbezoeken worden er op uitgezocht, denkt d’Angremond. “Ik neem aan dat het staatshoofd daar zelf ook een belangrijke stem in heeft.”

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , .