Skip to content


Rondleiding door de wiskunde

In de fraai verzorgde serie ‘De Grote Vragen’ is nu ook een deel uitgekomen over wiskunde. Een beknopte rondleiding in twintig essays.

Het is een moedige onderneming om in een boekje van tweehonderd bladzijden een vakgebied als wiskunde aan te vatten waarvan beoefenaars elkaar nauwelijks begrijpen als ze niet toevallig in dezelfde uithoek bezig zijn. Tony Crilly, hoogleraar wiskunde verbonden aan de universiteit van Middlesex, is er de juiste man voor. Eerder schreef hij het succesvolle boek ’50 inzichten wiskunde’ (eveneens bij Veen Magazines uitgegeven) en hij heeft een grote belangstelling voor de geschiedenis van het vak.

De breedte van de onderwerpen is duizelingwekkend. Vanaf de eerste getallen, getallenleer, meetkunde (Euclides) via statistiek, chaostheorie, coderingen, symmetrieleer tot filosofische vragen over hoe het komt dat wiskunde de natuur zo goed beschrijft, of wiskunde eigenlijk waar is en of er nog wat valt te ontdekken in de wiskunde (jazeker).

Een TU-student zal zijn kennis van de middelbare school erin terug vinden, maar ook de beperktheid ervan inzien. Waar de middelbare school ophoudt bij de complexe getallen, gaat Crilly door naar de vierdimensionale variant ‘quaternionen’ en zelfs ‘octanionen’. Complexe getallen die toepassingen schijnen te hebben in de navigatie en robotica.

Vaak gebruikt Crilly de historie als leidraad in zijn verhalen. Dat geeft de complexiteit een chronologie en een betekenis, wat lekker leest. Zo begint het hoofdstuk over code met het geheimschrift van Caesar die letters verving door letters die een stukje verderop in het alfabet stonden. Dat ging natuurlijk niet lang goed. Het is mooi te zien hoe codeerders en krakers elkaar steeds weer de loef afstaken en hoe daardoor razend ingewikkelde coderingen zijn ontstaan. De laatste decennia heeft die wedloop een versnelling gekregen door de beschikking over steeds krachtiger computers.

Niet altijd lukt het Crilly zijn anekdotische vorm vast te houden waardoor er in het hoofdstuk over de vorm van het heelal een zin voorkomt als: ‘Een variëteit is een meetkundig object waarvan de plaatselijke structuur lijkt op een gewoon lijnstuk in het geval van een eendimensionaal object, en op een gewone schijf in het geval van een tweedimensionaal object.’

Dat roept de vraag op voor wie het compacte boekje bedoeld is. Het hangt voor mijn gevoel tussen een leesboek en een leerboek in. Als leerboek schiet het echter tekort omdat de ruimte voor afleidingen en formules ontbreekt. Zelfs het begrip ‘standaardafwijking’ wordt niet nader uitgelegd. En als leesboek is het soms wat zwaar en stug.

Wel zijn de verklarende woordenlijst en het register keurig op orde zodat alles makkelijk is na te zoeken. Dat is handig voor wie wil weten wat ook alweer de laatste Stelling van Fermat was, of waarover Leibnitz en Newton elkaar in de haren zaten. Want helder uitleggen, dat kan Crilly wel.

Tony Crilly, ‘De Grote Vragen – Wiskunde’, Uitgeverij Veen Magazines, 208 blz. , €24,95

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , , .