Skip to content


‘Alles is ontstaan uit toeval, vind ik grote nonsens’

Delta 26, 13 sept 2007, interview priester Antoine Bodar

‘Alles is ontstaan uit toeval, vind ik grote nonsens’

Priester Antoine Bodar sprak woensdag bij Studium Generale over ‘oneindigheid’ in de theologie en het ‘eeuwig leven’. Bodar is behalve priester en publicist ook hoogleraar christendom, cultuur en media aan de Universiteit Tilburg. “De wetenschap kan nooit tegenover de kerk staan”, is zijn overtuiging.

Al sinds Galileo staan wetenschap en religie met elkaar op gespannen voet. Hoe ziet u de verhouding tussen die twee wereldbeschouwingen: complementair of competitief?

“Ik zou zeggen complementair. Ze staan niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Als ik dit naar de katholieke kerk vertaal, waarvan ik ambtsdrager ben, dan zou ik zeggen: de wetenschap kan nooit tegenover de kerk staan. Het Vaticaan is heel open en wil juist dat alles wordt bekendgemaakt. Dat je bepaalde grenzen stelt aan wat je kunt en wat je daadwerkelijk doet, dat is een andere kwestie, zoals die bij bio-ethiek aan de orde komt.”

Toch staat de Bijbelse schepping tegenover de wetenschappelijke Big Bang. Dat is toch een heel ander verhaal.

“Je hebt natuurlijk de fundamentalistische creationisten en fundamentalistische evolutionisten. Maar creatio en evolutio zijn geen zaken die tegenover elkaar moeten staan. De katholieke kerk beweert dat ook helemaal niet.”

Schepping via de Big Bang?

“Dat zou theoretisch kunnen. Bovendien moet die Big Bang weer een oorzaak hebben. Waar ik me tegen zou verzetten, is tegen het toeval. Alles is ontstaan uit toeval, vind ik grote nonsens. Intuïtief vind ik het al onzin. Het is geen tegenstelling als we stellen dat God de wereld heeft geschapen. Hij kan ook scheppen in fasen, hij kan ook scheppen door middel van de evolutie om het eenvoudig te houden. Wat een christen doet, is uitgaan van een geopenbaarde waarheid. Er is een encycliek verschenen, ik geloof in 1998, die heette ‘Vides et ratio’:geloof en verstand. De uitspraken die daar geformuleerd zijn door Johannes Paulus II, dat is dat het geloof en het verstand twee vleugels zijn om de waarheid te kunnen bereiken.”

En de waarheid, dat is?

“Dat is Christus. ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ Dus we doen niet aan relativisme. Nou prediken wij in hoge mate de verdraagzaamheid en dat christenen zich daaraan vergaloppeerd hebben door de eeuwen heen, dat is zo…”

Is de verdraagzaamheid te ver doorgeslagen?

“Nee, de verdraagzaamheid is vaak omgeslagen in onverdraagzaamheid. Maar dat is niet de leer van de kerk. Dat je dus aanspraak maakt op het vinden van de waarheid. Dat je met wetenschap en geloof samen moet zoeken naar de waarheid is iets anders dan dat je met Pilatus zegt: Tsja, wat is waarheid?”

Toch heb ik de indruk dat in de kerk het geloof meer gestimuleerd wordt dan het zelfstandig kritisch denken.

“Dat is niet zo. Dat is natuurlijk wel een historische ontwikkeling geweest. Als je de protestanten en de katholieken tegenover elkaar zet, dan zijn de protestanten al vanaf de zestiende eeuw aangemoedigd om zelfstandig te denken, zelfstandig de Bijbel te lezen enzovoort. In Brabant is dat tot het tweede Vaticaanse concilie midden jaren zestig van de vorige eeuw niet erg aangemoedigd. Dus dat is een heel andere mentaliteit geweest. Ik woon normaliter in Rome en ik kan u zeggen dat heel Rome vol staat met universiteiten en ook een pauselijke universiteit. Daar wordt wel degelijk nagedacht over alle terreinen, ook terreinen zoals bio-ethiek.”

Is dat geen tegenspraak? Wetenschap hoort toch waardevrij te zijn?

“Nee. Het is wel zo dat het bepaalde uitgangspunten heeft, dus de openbaring van de godsdienst is uitgangspunt. Maar je kunt niet katholiek rekenen of katholieke wiskunde bedrijven, dus in zoverre ligt het al anders. Waarom ik zei ‘nee’, is omdat u suggereert dat je als gelovige niet open kunt zijn.”

Gelovigen gaan uit van een aangenomen waarheid.

“Dat doen wetenschappers ook. Wat ik wil zeggen is dat het ‘waardevrije’ zich voor kan doen in uw tak van wetenschap van de TU Delft, maar dat is een totaal andere in de alfawetenschappen. Dat neemt niet weg dat het ook in uw wetenschappen gaat het om een predispositie, een vooronderstelling, een intuïtie. Zonder intuïtie geen wetenschap, en intuïtie is ook maar iets wat je bedenkt als je door de stad fietst of door het weiland.”

Intuïtie geeft een idee voor onderzoek, en dat ga je dan uittesten in het lab. Zo gaat dat in de bètawetenschappen.

“In de bètawetenschappen kan ik me dat voorstellen, maar in de alfawetenschappen is dat anders. De kerk moedigt in elk geval aan om gewoon onderzoek te doen. Het enige dat de kerk suggereert, of ook vraagt, is dat je ook de ethiek steeds in ogenschouw neemt. Zo is het respect voor het leven een belangrijk element. Dat betekent dat bepaalde universiteiten, zoals de Radboud Universiteit in Nijmegen, zich afvragen of ze nog wel katholiek moeten blijven. De Radboud Universiteit is inmiddels niet meer katholiek.”

De bio-ethiek laat ik even liggen. Maar er staan voor een wetenschapper wel vreemde zaken in de Bijbel. Zoals maagdelijke geboorte, wederopstanding en hemelvaart. Dat is toch moeilijk serieus te nemen voor een kritische geest.

“Dat zijn zaken die je niet voor de vierschaar der logica kunt voeren. Dat klopt. Dat kun je niet begrijpen. Punt. Dat zijn zaken die je wel of niet aanneemt. Om er een ding uit te lichten: Als je praat over opstanding uit de dood, dat is een geloofskwestie. Wanneer Jezus is opgewekt uit de dood door de Vader, dan zegt ‘ie tegen Maria Magdalena: ‘Raak mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren naar mijn Vader in de hemel.’ Met andere woorden: zo simpel is het ook weer niet. Het is niet een man die dood was en weer levend werd. Het is een man die dood was en een verheerlijkt lichaam heeft gekregen. Wat dat dan precies is, daar wil ik graag buiten blijven.”

Dat vragen we ons dan toch weer af met onze onderzoekende geest.

“Er is ook niks tegen om je dat af te vragen. Ik begrijp heel goed dat wetenschap sceptisch moet zijn. Het betekent dat je dat niet kunt beredeneren. Je kunt het aannemen of niet aannemen. Maar Augustinus heeft al opgemerkt dat met betrekking tot de maagdelijke geboorte hij ook al werd uitgelachen in zijn tijd. Daar moet je dan gewoon mee leven. Dat hoort bij het geloof.”

De bioloog Richard Dawkins noemt in zijn laatste boek God een misverstand. Maar wel een wijdverbreid misverstand. Hebt u een verklaring voor die universele aantrekkingskracht van religie?

“Aan de universiteiten waaraan ik heb gestudeerd en gedoceerd, de Leidse, was het gebruikelijk om onszelf als verlicht te beschouwen. U weet: mensen die verlicht zijn weten dat zij het al weten, dat zij de toekomst hebben. Alleen die domme mensen die nog godsdienstig zijn, die weten dat natuurlijk niet. Langzamerhand worden de verlichters nu wakker. En wat betekent dat? Dat religie kennelijk niet een fase is in een cultuur, maar dat het iets is wat bij een cultuur hoort, zoals kunst bij cultuur hoort en zoals allerlei andere zaken bij cultuur horen. En ik denk dat we nu eindelijk gewoon gaan inzien dat kennelijk religie een onuitroeibaar gegeven is dat zich niet oplost door verdere ontwikkeling van ons verstand en onze empirie. Dus of het zo’n misverstand is, dat is weer zo typisch vanuit een bepaalde wetenschappelijke hoek.”

Het is een provocerende titel.

“Het is arrogant om het zo te formuleren. Je zou ook wat terughoudender kunnen zijn. Ik vind het geen misverstand. Ik vind alleen dat het verstand bij geloof betrokken moet worden. Dat is misschien het belangrijkste wat ik wil zeggen. Het is niet zo dat geloof en verstand tegenover elkaar staan. Het betekent dat het verstand het geloof ook kan helpen. Zij het natuurlijk dat er bepaalde vooronderstellingen zijn, zoals dat je de openbaringen gelooft. Bijvoorbeeld het punt van de verrijzenis zoals al eerder naar voren is bracht.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
WIE IS ANTOINE BODAR?

Prof.dr. Antoine Bodar (1944) heeft een bonte biografie. De hoogleraar christendom, cultuur en media aan de Universiteit van Tilburg begon zijn loopbaan in 1962 als schrijvend journalist en later bij de publieke omroep. Ruim twintig jaar later gaf hij gehoor aan de roeping tot priesterschap die hij als jongen al voelde. Hij trad na jaren van voorbereiding toe tot de Amsterdamse jezuïetenorde De Krijtberg. Krap vier jaar later, na het zoveelste conflict, moest hij er alweer vertrekken. Toen zijn docentschap in Leiden ook verviel, raakte hij in een depressie en vertrekt naar Rome. Daar kwam hij naar eigen zeggen ‘helemaal thuis’. In 2003 keerde Bodar terug naar Nederland om plebaan te worden in Den Bosch. Door alles heen bleef hij altijd schrijven: bijdragen aan kranten en elf boeken, waaronder ‘Romeinse brieven’ en ‘Klokkenluider van Sint Jan’.


Zie ook website Delta

Posted in Delta.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.