Skip to content


Sportenergie

VROM.nl, jun 2007

Sportenergie

Malende benen, rode koppen en zwoegende boezems. In een sportschool dringt zich makkelijk de vraag op of alle duurzame energie die daar vrijkomt soms nuttig ook gebruikt kan worden. En raad eens wat: dat kan.

De Wallstreet Journal schreef in maart over de California Fitness health club in Hong Kong, waar de sporters stroom opwekken. Sportman en energiefanaat Doug Woodring kwam op het idee om de fietsen en stepapparaten van een dynamo te voorzien. Er zit meestal al een kleintje op om het display van stroom te voorzien. Woodring verving bij dertien machines de kleine dynamoÕs door grotere generatoren en sloot die aan op spaarlampen boven de toestellen. Als alle dertien machines in gebruik zijn, is het totale geleverde vermogen ongeveer 300 watt. Om een magnetron aan de gang te houden heb je dus een hele schooklas nodig die zich in het zweet werkt.

Dichter bij huis kwam de Nederlands-Chileense organisatie Enviu voor duurzame innovatie met het idee van de duurzame dansvloer. Het podium meet zes bij zes meter en het werd eind vorig jaar in Rotterdam gepresenteerd. De vloer is voorzien van pi‘zoelektrische kristallen die stroom geven wanneer ze vervormen. Hoe harder je stampt, hoe meer stroom. Maar tot nu toe is de opbrengst alleen toereikend voor een aantal lampen in de vloer.

Toch komen er steeds meer apparaten die menselijke energie omzetten in elektriciteit: LED-zaklantaarns die je moet schudden voor gebruik of de bekende opwindradioÕs. Er is militair onderzoek geweest naar generatoren in de hakken van schoenen of naar een op en neer deinende rugzak die ook stroom levert (vermogen: 15 watt). Allemaal erg handig als er niks anders in de buurt is, maar het levert niet gek veel op.

De verklaring daarvoor is dat de mens zelf niet zo gek veel vermogen levert: 100 watt aan warmte en ongeveer hetzelfde aan spiervermogen. Veel apparaten in de sportschool laten zien hoeveel vermogen je levert. Bij lage inspanning ligt dat sportvermogen gemiddeld tussen 75 en 125 watt. Met wat moeite kan dat oplopen tot 200 tot 300 watt. Het piekvermogen kan veel meer zijn (tot 1000 watt), maar dat duurt hooguit een halve minuut. Ter vergelijking: een paardenkracht (wat eigenlijk paardenvermogen had moeten heten) is 746 watt.

De mens heeft zijn bescheiden fysiek in de loop van de tijd gecompenseerd met steeds meer extern vermogen. UvA-hoogleraar milieukunde Lucas Reijnders heeft daar in zijn boek ‘Energie’ (Van Gennep, 2006) de term energieslaafjes voor bedacht: iedere 100 watt staat voor 1 slaaf. Inmiddels heeft iedere Nederlander de beschikking over gemiddeld 70 energieslaafjes (inclusief verwarming en vervoer). De eigen inspanningen in de sportschool vallen daarbij een beetje in het niet. Nederlanders hebben meer energieslaven dan het Europees gemiddelde (50), maar weer minder dan de gemiddelde Amerikaan (110 slaven). De gemiddelde wereldburger heeft 19 slaafjes tot zijn beschikking, rekende Reijnders uit.
Jos Wassink is journalist bij het adviesbureau Ecofys voor duurzame energie

copyright © Het Inzicht / Jos Wassink, 2007

Posted in VROM.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.