Skip to content


Klimaatspagaat

VROM.nl, september 2004

Klimaatspagaat

KLIMAATSPAGAAT

Het leek wel ‘shock & awe’ op de klimaatdag die eind juni in Maarssen gehouden werd. Professor Pier Vellinga (faculteit aard- en levenswetenschappen, VU) voorspelde zelfs de ondergang van Nederland. Vellinga voorziet abrupte veranderingen van het klimaat als gevolg van het broeikaseffect. De gestaag stijgende temperatuur zou de warme golfstroom kunnen stoppen, of methaan kunnen vrijmaken uit de zeebodem. Dat zou de temperatuur nog verder verhogen omdat methaan, net als kooldioxide, een broeikasgas is. De op hol geslagen temperatuur zal het landijs op Groenland doen wegsmelten, hetgeen een zeespiegelstijging van vijf tot zeven meter betekent.

Amersfoort aan zee.

Om aan die plagen te ontkomen, betoogt de professor, is een 30% afname van de mondiale CO2-uitstoot een absoluut minimum. Dertig procent, houdt u dat even vast.

Maar hoe staat het eigenlijk met de CO2-beperking? Het Kyoto-protocol uit 1997 legt Nederland een reductie op van zes procent ten opzichte van 1990. Even wat cijfers: in 1990 was de Nederlandse uitstoot 165 miljoen ton CO2 per jaar, nu is dat 183 miljoen ton. Dat is een stijging van 10%. En toch claimt Nederland aan de Kyoto-norm te voldoen. Rara, hoe kan dat?

Dat Nederland toch een voldoende haalt voor Kyoto is voornamelijk te danken aan een boekhoudkundige truc. Er is namelijk een soort mestboekhouding opgesteld voor broeikasgas, die landen in staat stelt om de CO2-uitstoot in een ander land te beperken en de besparing op de eigen emissie in mindering te brengen. Mooie termen als ‘Clean Development Mechanism’ en ‘Joint Implementation’ moeten pijnlijk feiten verhullen, want de vreselijke waarheid is:

Het lukt ons niet om de CO2-uitstoot te verminderen.

Niet in Nederland en niet in de wereld. Dat laatste wordt duidelijk uit de meetreeks van Charles David Keeling op Hawaii. Hij mat er vanaf 1958 het CO2-gehalte en zag in de loop der tijd de waarde met 17% toenemen (waarvan 4% sinds 1990). De zogenaamde Keeling curve toont een gestaag stijgende CO2-concentratie in de atmosfeer en het is daarmee een tamelijk ontnuchterend en verontrustend plaatje. Zoekt u het eens op met Google.

Als het over klimaat gaat, staan verwachting en doelstelling haaks op elkaar. Eerst maar de doelstelling. Volgens Vellinga -daar is ie weer- is dertig procent minder CO2 het absolute minimum. Hij staat daarin niet alleen. De meeste wetenschappers raden dat aan omdat het op termijn (tot 2030) de temperatuurstijging tot twee graden zou beperken. Twee graden temperatuurstijging wordt gezien als de grens. Daarboven zijn de plagen van Vellinga niet langer uit te sluiten.

Maar wat is de verwachting? De OESO verwacht dat de wereld voorlopig nog sterk afhankelijk blijft van fossiele brandstof. Momenteel is 80% van alle energie afkomstig uit fossiele bron en de OESO verwacht daarin nog een lichte stijging. Daarenboven verwacht het International Energy Agency dat het totale energieverbruik tot 2030 met 60% zal groeien. Bij elkaar genomen betekent dat een verwachte toename van de CO2-uitstoot met 63%.

Voilà de klimaatspagaat: 30% daling is nodig, maar de verwachting is juist een 60% stijging.

Aan staatssecretaris Van Geel nu de taak om de CO2-beperking komend najaar hoog op de Europese agenda te krijgen. Hij moet daarbij behoedzaam manoevreren tussen voldoende daadkracht en economisch realisme. Van Geel beseft heel goed dat 30% reductie een mission impossible is, maar hij heeft nog een troef in z’n mouw. Hij wil de onmogelijke CO2-doelstelling verbinden met een andere Europese hersenschim: de kenniseconomie. Uit dat onmogelijke huwelijk zouden innovaties moeten ontspruiten op het gebied van duurzame energie. En hoe gek het ook klinkt, het zou nog best eens iets kunnen opleveren. Maar daarover volgende keer meer.

copyright © Het Inzicht / Jos Wassink, 2004

Posted in VROM.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.