Skip to content


Krasse Knarren: Hans Mooij

Hoogleraren gaan net als alle andere medewerkers met hun 65-ste met pensioen. Maar er zijn uitzonderingen. Deze week : prof.dr.ir. Hans Mooij (72).

Voor de tekstversie klik hier

Emeritus hoogleraar Hans Mooij heeft vandaag een dag met een gaatje. Eerst het interview, dan komt vanmiddag zijn kleindochter kalligraferen en vanavond werkt hij verder aan een publicatie voor Nature Physics.

Het grootste verschil met de tijd voor zijn pensionering is dat hij onderzoek moeilijker georganiseerd krijgt. Mooij is een experimentator in hart en nieren. Als hij vroeger een idee voor een onderzoek had, diende hij een voorstel in, zette daar promovendi of postdocs mee aan de slag en dacht met hen mee ‘vanuit het experiment’. Dat liep tot ongeveer anderhalf jaar geleden lekker door. Toen waren de promovendi klaar en de postdocs vertrokken. Mooij bracht zijn werkweek op de TU terug van vier naar twee dagen per week. Sinds kort heeft hij zijn onderzoek naar supergeleidende flux qubits verplaatst naar Karlsruhe waar hij met postdoc dr. Hannes Rotzinger samenwerkt voor de experimenten. “Ik vind het echt leuk wat we daar doen.”

Als vanouds zoekt hij de grenzen van de natuurkunde op, waar quantumeffecten regeren. Bij de Josephson-junctie (twee supergeleiders gescheiden door een isolator) zijn die effecten wel bekend, maar Mooij bestudeert nu in Karlsruhe het gedrag van een 4 bij 20 nanometer dun supergeleidend draadje. Het is een niche-onderzoek waar je met een bescheiden team en idem budget toch publicabele resultaten kunt bereiken.

Mooij verwacht een symmetrie in gedrag tussen het nanodraadje en de Josephson-junctie: “Bij de Josephson-junctie tunnelt de lading, beheerst door het faseverschil. In het draadje tunnelt de fase en wordt beheerst door de lading door het draadje.” Mooij heeft goede hoop op resultaten: “We hebben nu alle onderdelen voor elkaar, maar nog niet alles tegelijk goed.”

Het liefst heeft hij dat de metingen iets laten zien dat hij niet bedacht heeft. “Zo heb ik altijd gewerkt: je zoekt een kansrijk gebied, doet een experiment en kijkt wat er gebeurt. Als daar iets onverwachts tussen zit, kan dat tot nieuw onderzoek leiden.” Dat moet dan wel komend jaar gebeuren, anders loopt Rotzingers contract ten einde.

Een eindstreep heeft Mooij niet getrokken. Hij is tevreden met de teruggang van vier naar twee dagen werk, zodat er meer tijd is om samen met zijn vrouw te besteden. Een andere bezigheid of hobby zoeken, dat vindt hij te geforceerd. “Dit vind ik nu eenmaal het leukste.”

En toch glijdt het weg. Als actief onderzoeker heb je een soort uitgebreide familie van collega’s wereldwijd die je een aantal keren per jaar op conferenties ziet. Daar gaat Mooij nu minder naartoe omdat hij “niks te vertellen” heeft  over het onderwerp quantumbits. Collega’s blijven oude vrienden, vindt Mooij, maar de verhouding verandert als je niet actief meer bijdraagt. “Het is gek, maar zo gaat dat.”

Voorlopig is hij dinsdag en donderdag op de TU en woont werkbesprekingen bij van de vakgroep quantum transport zolang de gezondheid dat toelaat. Hij is herstellende van een open-hart operatie eerder dit voorjaar, maar blijft optimistisch.

Na zijn promotie werkte Hans Mooij anderhalf jaar bij de Shell, maar keerde snel terug naar de TU (toen TH) waar hij als wetenschappelijk medewerker betrokken was bij het onderzoek naar kleine supergeleidende structuren. In 1980 werd hij benoemd als hoogleraar. Hij was een tijd decaan van de faculteit technische natuurkunde en daarna afdelingsvoorzitter van nanoscience tot zijn pensioen in 2006. Mooij begeleidde 47 promovendi en honderden afstudeerders. Hij probeerde altijd zijn studenten ertoe te bewegen om hun intelligentie creatief in te zetten. Want die twee zijn niet hetzelfde, heeft hij gemerkt.

 

 

Posted in Artikelen, Delta, Krasse Knarren.

Tagged with , .