Skip to content


De Verlichting

VROM.nl, oktober 2005

De Verlichting

Het wordt weer winterijd, een geschikt moment om eens stil te staan bij de verlichting bij u thuis. Een derde van de elektriciteit in uw huishouden gaat namelijk op aan verlichting en daar valt een boel te winnen. Want de meeste lampen in uw huis zijn gloeilampen, rechtstreekse afstammelingen van de uitvinding van Thomas Alfa Edison uit 1879. In de meer dan honderd jaar dat de gloeilampo bestaat, is er aan het rendement verrassend weinig verbeterd. Nog steeds gaat 95 procent van de elektriciteit op aan warmte en geeft slechts 5 procent licht. Een gloeilamp is eigenlijk een lichtgevende kachel.
Laatst had het Amerikaanse wetenschapsblad Science een special over de toekomst van verlichting. De schrijvers zien grote mogelijkheden voor de LEDs (light emitting diodes). Twintig jaar geleden verschenen ze voor het eerst als knipperende rode speldeknopjes in auto’s. De lampjes gebruikten nauwelijks stroom en wekten vrolijk knipperend de indruk dat een geavanceerd systeem over de auto waakte. Onzin natuurlijk, maar de LED was wel een opmerkelijk zuinige lichtbron.
Ze hebben inmiddels hun toepassing gevonden in verkeerslichten (90 procent minder energieverbruik), in achterlichten van auto’s en ik heb dit jaar een stel LED navigatielampen (rood en groen) op mijn bootje gezet. Sindsdien hoef ik de boordaccu niet meer bij te laden; een klein zonnepaneeltje druppelt de lading er overdag weer bij.
Maar volgens de visionairs van Science is de toekomst nog maar nauwelijks begonnen. Nu met LEDs alle kleuren van de regenboog te maken zijn, zijn ze geschikt als ultrazuinige lichtbron in huis met onverwachte extra’s. De LEDs kunnen namelijk heel snel ‘knipperen’, wel miljoenen keren per seconde. Daar ziet u niets van, maar speciale ontvangers zien dat wel. Daardoor kan de schemerlamp dienst doen als zender voor een draadloos netwerk dat niet met radio- maar met lichtgolven werkt.
En nog houdt het niet op; doordat de kleur van LED-licht variabel is, kan de kleur van het licht afgestemd worden op de tijd van de dag. ‘Ochtends frisgeel, ‘s middags helder blauwwit en tegen happy hour de kleur van de schemering. Fysiologen denken dat mensen daardoor beter in hun bioritme komen.

Maar de werkelijkheid is anders. LED-lampen zie je nog nergens. In de schappen van de supermarkt staan uitsluitend gloeilampen in alle smaken: DecoLux, Softone, Citrus of Amber. Gekleurde lampen voor een bordeelsfeer met zelfs nog minder dan 5 procent rendement.
Zelfs spaarlampen, gebaseerd op de vijftig jaar oude TL-buis, zijn nauwelijks verkrijgbaar. Ik ben er laatst helemaal voor naar de IKEA gereden. Dat niemand de vroegere spaarlampen wil hebben snap ik wel. Dat waren zware bakbeesten zo groot als een flinke jampot. Je burolamp zakte er spontaan van op de tafel. Bovendien waren ze absurd duur. Ik herinner me iets van dertig gulden. Ze zouden lang meegaan, maar dat was nauwelijks een troost, zo lelijk als die dingen toen waren.
Moderne spaarlampen zijn kleine bolletjes van een soort plastic die nauwelijks groter en zwaarder zijn dan gloeilampen, maar ze gebruiken een kwart van de stroom voor hetzelfde licht.
Het is mij een raadsel waarom de supermarkten die lampen niet in het schap hebben staan, maar zo lang dat zo is, raad ik u aan om voor honderd euro spaarlampen te kopen bij de Zweed. Tegen de lente heeft u de helft alweer terugverdiend.

copyright © Het Inzicht / Jos Wassink, 2005

Posted in VROM.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.