Skip to content


Economische euforie leidt tot kortzichtigheid

Trouw, 09-10-1999

Van het verkeer tot het onderwijs loopt het innovatiebeleid vast, daar doen open deuren tijdens de Nationale Wetenschaps- en Techniekweek niet aan af. Er lijkt weinig behoefte te bestaan aan nieuwe ideeën. Hoe gaan we de files in het denken te lijf?

WETENSCHAP
Jos Wassink

Tijdens de Nationale Wetenschaps- en Techniekweek die vandaag van start gaat lijkt het even of Nederland een innovatieve en kennisintensieve natie is die zich vol zelfvertrouwen warmloopt voor de volgende eeuw. Families bezoeken musea, sterrenwachten en laboratoria zetten hun poorten open en wetenschappers doen hun uiterste best om in begrijpelijke taal uit te leggen wat ze de rest van het jaar zoal doen. Maar het dagelijkse beeld van verstopte snelwegen met een record aantal nieuwe auto’s lijkt een adequater metafoor van het innovatiebeleid; ondanks evidente signalen dat de boel vastloopt zijn we niet in staat om het tij te keren en volharden dus maar op de ingeslagen weg. Helaas geldt dit niet alleen voor de verkeersproblematiek. Stilstand is niet erg, mits door voldoende luxe omgeven.

Met z’n geringe natuurlijke rijkdommen en dure arbeidskrachten moet Nederland zich profileren door hoogwaardige arbeid en innovatieve technologie, zo ongeveer luidt het officiële credo. Maar afgezien van een korte opleving tijdens de wetenschapsweek lijkt weinig behoefte te bestaan aan nieuwe kennis en ideeën. Het economisch en maatschappelijk draagvlak ontbreekt en het onderwijs is er niet voor ingericht. De Nederlandse economie bloeit als nooit tevoren en het is verleidelijk te denken dat Nederland bv. dus op de goede weg is. Ik heb de indruk dat tevredenheid over de huidige welvaart tot kortzichtigheid, behoudzucht en gemakzucht leidt. Maatschappelijke zelfingenomenheid als neveneffect van de hoogconjunctuur. Maar gaat het wel zo goed?
De files zijn nog nooit zo lang geweest als nu en ze groeien nog steeds. Een ironisch trekje van de huidige economische bloei. En wat doet de Nederlander? Hij koopt een nieuwe auto. Massaal doet hij dat: 2400 nieuwe auto’s per dag. Op het gebied van vervoer is de Nederlander blijkbaar niet erg vernieuwend ingesteld, of het moest om zijn voertuig zelf gaan.
Zoals Trouw 30 september berichtte, lanceerde de Raad voor verkeer en waterstaat in een geheim advies verfrissende ideeën over de transportsector. Ze liet weten dat het dogma ‘Nederland distributieland’ achterhaald is en dat het tijd wordt ons te bezinnen op andere manieren van vervoer. Goederen die in Italië moeten zijn kunnen beter daar aan land gaan dan in Rotterdam om vervolgens per vrachtwagen Europa te doorkruisen, meende de commissie. Klinkt plausibel. Belanghebbenden dachten daar uiteraard anders over en vroegen zich af hoe een ex-topman van de KLM (Pieter Bouw) zulke ketterij kon schrijven. Waarschijnlijk omdat hij had nagedacht. Dat het wegverkeer reductie behoeft is vrij evident en hetzelfde geldt voor het luchtverkeer. Hoe vaak zal de klucht met geluidsnormen, luchthavenslots, woningbouw en gedoogbeleid nog opgevoerd moeten worden totdat de markt openlijk vrij spel krijgt? In feite is het verwonderlijk dat de noodzaak tot verandering van het transportdogma zolang verdoezeld kon blijven. Gevestigde economische belangen willen doen geloven dat transport niet anders kan en dat dat in ons aller belang is. Iets dergelijks is over de varkenssector ook lang gezegd…
Volgens mij zou de transportsector er goed aan doen z’n contacten aan te wenden en met inzet van logistieke en civieltechnische kennis een flexibeler en Europees georiënteerd transportnetwerk (Euronet?) te ontwikkelen in plaats van zich blind te staren op Schiphol en Europoort met de Betuwelijn als triest dieptepunt van vernieuwend denken.
Ook elders in de maatschappij hebben nieuwe kennis en ideeën weinig prioriteit. Zo lopen de beta-faculteiten van de universiteiten nog steeds leeg. Ondanks premies, langere toegestane studieduur en intensieve wervingscampagnes. Studenten kiezen liever iets lichts en modieus. De enige technische studierichting met enige aantrekkingskracht is informatica ofwel informatietechnologie (IT). Maar daar wordt geen nieuwe kennis ontwikkeld. Men leert er bestaande technologie en basisprogramma’s aan te wenden voor specifieke doelen. Daar komt geen Nederlandse innovatie aan te pas; aan de computer waar ik dit op type is geen bit Nederlands te ontdekken, of het moest de spellingschecker zijn.
En dan het onderwijs. Ach, dat krijgt al zoveel over zich heen: eindexamen voor de basisschool; twijfelachtige basisvorming; tekort aan leerkrachten; te krappe computerprojecten enzovoorts. Ik zal daar niet meer aan toevoegen dan mijn indruk dat het onderwijs beter voorbereidt op een gemiddeld burgerschap (beetje hygiëne, stekker aanzetten en surfen op internet) dan dat het de nieuwsgierigheid prikkelt en aanzet tot kritisch en zelfstandig denken. Wie als origineel onderzoeker het onderwijstraject verlaat heeft dat vooral aan eigen interesse, eigenzinnigheid en doorzettingsvermogen te danken.
Rest de vraag of dat allemaal zo erg is? Waarom moeten we zo nodig vernieuwen, het gaat toch goed zo? Ja, nog wel. Maar wat te doen als inkomsten uit transport, veeteelt en slinkende gasbel afnemen? Dan blijkt opeens dat de transportsector toch aan een drastische vernieuwing toe was. Of wat dacht u van de biotechnologie? Mogelijk de meest invloedrijke technologie van de volgende eeuw met consequenties voor de geneeskunde, landbouw en voedingsindustrie. Terwijl we hier debatteren over de voor- en nadelen (welke?) van genetisch veranderd voedsel worden elders nieuwe gewassen ontworpen. Terwijl we hier discussieren over klonen worden elders technieken verfijnd en het menselijk DNA in kaart gebracht. Zodra Nederlandse ondernemingen zich op deze nieuwe markt willen begeven zullen ze zich geketend weten door buitenlandse patenten.
Het huidige Nederlandse klimaat is al-met-al niet erg gunstig voor innovatieve ideeën en technologische vernieuwingen. Dat zal niet zo snel veranderen; misschien zijn we ook meer een natie van handelaren dan van uitvinders. Maar vernieuwende ideeën van adviescommissies of van wetenschappers verdienen minimaal een open overweging. De Nederlandse samenleving kan het zich nu permitteren in nieuwe kennis en technologie te investeren. Het alternatief is het beeld van de file: kapitalen aan geïmporteerde technologie tot stilstand gekomen in de polder. Door gebrek aan verbeelding.

Ir Jos Wassink is wetenschapsjournalist, werkzaam bij VPRO’s Noorderlicht.

copyright © Het Inzicht / Jos Wassink, 1999

Posted in Trouw.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.