Skip to content


‘Daar wordt je groot en sterk van’

Het leven van een promovendus is heerlijk vrij, maar ook vol onzekerheden. Eva Lantsoght schrijft er al jaren over op haar weblog. Dit voorjaar verscheen haar praktische boekje vol handreikingen voor beginnende promovendi.

Je blogt over het leed dat promotie heet. Hoe herinner je je eigen promotietijd hier in Delft?

“Ik denk dat het oud zal klinken, maar je promotietijd is een van de mooiste tijden die er zijn omdat je ruim de tijd hebt om aan een probleem te werken en je ook de vrijheid hebt om er zelf een richting in te zoeken. Ik heb hier in het laboratorium grote proeven gedaan met betonnen platen. Bij een bezwijking gaf dat een hele luide knal. Dan zag je alle deurtjes rondom open gaan en dan kwamen mensen kijken wat er aan de hand was. Daar zijn we wel een paar keer in geslaagd om iedereen uit z’n kamertje te krijgen.”

Download delta15-eva als .pdf

Waren er ook dieptepunten?

“Ik denk dat iedereen die wel heeft. Ik herinner me dat er aan het eind van de proeven een theorie moest komen. Toen voelde ik de druk om iets te gaan bedenken en iedereen die ik vroeg had verschillende ideeën en adviezen. Het lukte allemaal even niet. Toen dacht ik: ik ga gewoon alles aan de zijkant schuiven. Eerst maar eens schetsen van wat er gebeurt in zo’n plaat en beetje bij beetje opbouwen om zelf iets te zoeken, en dat is toen gelukt.”

In 2010 was je net begonnen met je promotieonderzoek en schreef je ook je eerste blog op phdtalk.blogspot.com. Hoe kwam je daarop?

“Ik had eerder al een blog gehad tijdens mijn studies aan Georgia Tech, maar dat waren maar vijf berichten of zo. En daarvoor schreef ik op myspace.com, toen dat nog bestond. Dus het schrijven zat er altijd wel een beetje in.”

Wat was myspace ook alweer?

“Dat was rond 2003 een soort sociaal netwerk, maar je kon er ook berichten op plaatsen. Het werd veel gebruikt door muzikanten omdat je er ook muziek kon uploaden. Beginnende bands die nog geen website konden bouwen zetten daar hun demo’s op en dan konden ze mensen bevrienden die dan naar hun muziek konden luisteren.”

Wat bracht je op het idee te gaan bloggen over je ervaringen?

“Ik heb eigenlijk altijd wel geschreven, dus het voelde niet aan alsof ik iets nieuws ging doen. Ik schreef vroeger al verhaaltjes en gedichten. Toen ik op Georgia Tech zat schreef ik over mijn avonturen in Amerika. En tijdens mijn promotie ging het over wat een promotie inhield. In het begin dacht ik dat mijn papa en mama met wat vriendinnen de enigen zouden zijn die het zouden lezen.”

In je eerste blog formuleer je twee goede voornemens. De eerste is: blijf geconcentreerd. En de ander: blijf gezond. Geldt dat nog steeds?

“Ik denk het wel, ja. Ik ben altijd met verschillende dingen bezig dus soms spring ik van het een op het andere. Lang geconcentreerd bezig zijn is voor mij altijd wel een uitdaging. Ik heb nu betere manieren gevonden om met mijn hoofd vol dingen te werken.”

Hoe dan?

“Ik werk heel veel in korte stukjes aan heel veel verschillende dingen. Als ik me dan concentreer, al is het maar een half uur, dan ben ik een half uur alleen daar mee bezig. Als ik ergens anders aan denk schrijf ik dat even op, maar daar ga ik dan pas later mee verder. Als ik een overzicht heb van wat ik allemaal moet doen op een dag dan weet ik dat half uur ga ik lesgeven, dan ga ik een uurtje mijn mails beantwoorden, dan ga ik twee uur aan mijn paper werken, en dan nog les voorbereiden enzovoorts enzovoorts. Dan heb ik er meer grip op. Want anders spring ik op bij de eerste gedachte en komt er niets uit mijn handen.”

Als ik door je blog scroll, lijkt het alsof je zelf alles hebt moeten uitvinden: schrijven, gemotiveerd blijven of een presentatie geven. Bestond er geen begeleiding zoals nu de Graduate School biedt?

“De Graduate School bestaat sinds 2012. Dus ik heb nooit dat traject gevolgd. Ik moest het allemaal zelf uitzoeken, maar ik vond het wel leuk. Maar soms dacht ik: oei, ik moet een posterpresentatie geven. Hoe begin ik daaraan? Wat moet daar allemaal op?”

Hoe kwam je daar achter?

“Ik heb toen op internet gezocht en op Twitter gevraagd. Heeft er iemand goede voorbeelden liggen? Daar heb ik reacties op gekregen over posters die het goed hadden gedaan. Dat gaf me wel duidelijke handreikingen.”

Even terug naar je blog. Wanneer begon je respons te krijgen anders dan van je vader en moeder?

“Eigenlijk al vrij snel, binnen het eerste jaar. Een deel reageerde op mijn Twitter berichten. In de statistiek zag ik dat veel mensen op mijn blog terechtkwamen via hun zoektermen.”

Zijn dat beginnende onderzoekers?

“Het grootste deel wel. Er zijn masterstudenten die erover nadenken om te promoveren, promovendi en ook recent afgestudeerden die naar werk zoeken in de academische wereld.”

En zie je ook waar ze vandaan komen?

“Het grootste deel komt uit de Verenigde Staten en Australië. Uit Nederland ook wel, uit Belgie veel minder. India, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Oekraïne. Die staan allemaal in de top tien.”

Hoe vaak wordt een blog gelezen?

“Per artikel is het aantal page views tenminste 200, gemiddeld 500 en als iets echt succesvol is, haalt het de 100.000 page views. Het kan zijn dat het vaak ververst is natuurlijk.”

Niet gek. Ben je er trots op?

“Ja, toch wel. Het totaal aantal page views staat nu op 1,3 miljoen.”

Pas je je schrijven aan op succesvolle berichten?

“Niet echt. Want het (succes) is ook moeilijk te voorspellen. Een van de meest succesvolle posts heb ik ooit in tien minuutjes getikt. Dat was How to write an abstract in 30 minutes. Ik dacht: ik schrijf het op, meer voor mezelf, anders ga ik het vergeten. En dat is zo populair geworden dat ik denk: aja, dat zal wel. En als ik denk: ik ga nu echt iets goeds schrijven. Mooi lang en ik ga er goed over nadenken. En dan zie je achteraf dat het toch niet vaak gelezen wordt.”

Krijg je ook feedback?

“Mensen kunnen een reactie toevoegen onder een bericht, maar dat gebeurt niet vaak. Wel stellen mensen soms een vraag via Twitter en ik heb ook een contactformulier op de site waar een paar keer per week een vraag op binnenkomt. Soms is dat een vraag waarvan ik de gordijnen van wil inklimmen. Sommigen vragen of ik hun promotieonderzoek niet kan doen of dat ze bijna klaar zijn en op zoek naar werk. Dan denk ik: dat zal wel, rot voor jou. Anderen vragen: kan ik een ander mijn literatuurstudie laten doen? Nee dus. Je moet zelf gaan zitten en die stapel artikelen doorlezen. Daar wordt je groot en sterk van. Daar zijn geen snelle oplossingen voor.”

Je schrijft ergens op je blog dan je in Amerika wilde promoveren, en dat je als tweede keus in Delft bent beland, maar je was eigenlijk heel blij met die tweede keus. Hoe zit dat?

“Het laboratorium hier bij het Stevinlaboratorium is fantastisch, en de mogelijkheid om ook veel proeven te doen. Dat is een unieke kans. Mijn man heeft zijn promotie aan Georgia Tech gedaan en dan zie je dat het een stuk schoolser is. Minstens een keer per dag zat zijn promotor in zijn nek te blazen: wat doe je, waar ga je mee bezig, wat ga je doen? Dat is hier niet de gewoonte. Hier heb je veel meer de vrijheid en de keuze om zelf een weg te zoeken in het onderzoek.”

In Nederland is een promotieplaats een baan met inkomen, sociale voorzieningen, ziektekostenverzekering enzovoorts. Dat schijnt ook niet overal zo te zijn.

“Nee. In de Verenigde Staten heb je een soort van beurs. Je moet dan ook nog inschrijvingsgeld betalen en dan blijft er nog net genoeg over om van te eten. Ik herinner me dat mijn man geen geld meer over had om deodorant van te kopen bijvoorbeeld.”

Je hebt wel adviezen samengepakt in je gratis e-book Top PhD Advice from Start to Defense and Beyond.

“Ja, dat heb ik samen met AcademicTransfer gedaan. Zij hebben de fact cards (factcards.nl) gemaakt met praktische informatie over burgerservice nummer aanvragen en dat soort zaken. Die zijn samengevoegd met de blogs die ik destijds voor AcademicTransfer heb geschreven.”

Postdocs lijden vaak een nomadisch bestaan, net zoals jij tussen Ecuador, België en Nederland beweegt. Schrijf je daar nu ook over?

“Als ik schrijf zit daar altijd mijn eigen ervaring in verweven, dus het schijnt er altijd wel tussendoor, ook als ik het over planning heb van onderzoek in Delft en mijn onderwijs in Ecuador. Ik probeer dat allemaal in mijn dagdagelijkse bestaan te verweven. Ik denk dat het reizen sowieso een onderdeel van mijn werk is waar ik over schrijf.”

Wat doe je over vijf jaar?

“Zo lang dat ik het leuk vind blijf ik wel schrijven. En verder… Ik zie mezelf wel in Ecuador blijven wonen, dat weet ik wel.”

CV

Eva Lantsoght (30), alias @evalantsoght, is de auteur van het gratis e-boek Top PhD Advice from Start to Defense and Beyond en de blogger bij uitstek over het leven als promovendus (phdtalk.blogspot.com). Ze studeerde civiele techniek aan de Vrije Universiteit in Brussel en deed daarna een master in Structural Engineering aan het Georgia Institute for Technology. In 2009 kwam ze naar Delft voor promotieonderzoek naar de sterkte van dragende betonnen platen (Shear in Reinforced Concrete Slabs under Concentrated Loads close to Supports, 14 juni 2013). Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd tussen haar geboorteland België, Nederland, waar ze onderzoek doet bij de afdeling Betonconstracties van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, en Ecuador waar ze met haar man en kat woont en waar ze universitair docent is aan Universidad San Francisco de Quito. Daarnaast is ze in de muziek actief als zangeres en als celliste.

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , , , , .