Skip to content


Bouwen aan de toekomst

Het Delftse team werd derde op de Solar Decathlon, de mondiale competitie voor energieneutraal bouwen, afgelopen zomer in Parijs. Maar ‘duurzaam bouwen’ betekent buiten Europa vaak iets heel anders.

Bouwen aan de toekomst

“Welcome to Holland”, ontvangt Rianne de Ouden het groepje belangstellenden dat zich in Versailles voor het Nederlandse rijtjeshuis heeft verzameld. De bouwkundestudente neemt de bezoekers mee naar de woonkamer waar een oranje voetbalsjaal en een foto van een tulpenveld alle twijfels over de nationaliteit wegnemen. Hier is Holland. Met een opmerkelijk authentieke inrichting van de doorzonwoning verkregen via Marktplaats.
“De meeste teams maken gebruik van een of twee fabrikanten voor hun inrichting”, zegt student Dennis IJsselstijn. Het huis van zijn opa heeft model gestaan voor de Delftse inzending. “Maar het is juist de mix van nieuw en gebruikt die een inrichting levensecht maakt. Foto’s van mensen die hun meubilair aan ons verkocht hebben hangen als familiefoto’s in het huis. We nemen het Nederlandse publiek zo met ons mee.”
Het verbouwde rijtjeshuis staat tussen negentien andere inzendingen op een terrein bij Versailles, ten zuidwesten van Parijs. Van 28 juni tot 14 juli vond hier de Solar Decathlon Europe plaats, een competitie tussen universiteitsteams op het gebied van duurzaam bouwen. De teams verdelen hier hun tijd tussen het ontvangen van belangstellend publiek (het evenement is gratis toegankelijk) en het uitvoeren van opdrachten van de jury zoals: draai eens een wasje, houd de temperatuur op 20 graden of bereid een maaltijd voor zes personen. Sensors meten daarbij de temperatuur, vochtigheid en het CO2-gehalte op diverse plaatsen in het huis. Ook het gebruik van energie en water wordt continu bijgehouden. De uiteindelijke score is het resultaat van tien deelgebieden uiteenlopend van architectuur en energiebalans tot communicatie. Het Delftse team staat met hun inzending Pret-a-Loger / Home with a skin aan het eind van de rit op de derde plaats met de hoogste scores voor duurzaamheid en communicatie. Ook op energie-efficiënte, constructiemanagement en veiligheid gooide het team hoge ogen.

Renovatie
In korte broek en een Delftsblauwe polo gekleed wijst Rianne den Ouden de bezoekers nog op de lichtkokers die extra daglicht vanaf het dak in de woonkamer brengen. Dan gaat het naar buiten. Achter de woning is aan de zuidzijde een kasconstructie aangebracht met ingebouwde zonnecellen. Dat zorgt voor een aangename schaduwwerking op het terras en natuurlijk ook voor zonnestroom (maximaal 4,9 kilowatt voor een jaarproductie van 3750 kilowattuur). Op een hete dag als vandaag staat het ventilatieluik op de nok van het dak open zodat er een circulatie van lucht ontstaat tussen de open achterzijde en de nok van het dak. In de winter is de kasconstructie gesloten om alle invallende zonnewarmte op te vangen en in de daknok via een collector en warmtepomp om te zetten in warm water voor de douche en verwarming. De noordgevel en het dak zijn voorzien van een 20 centimeter dikke isolatielaag. Afgezien van de energetische verdienste betekent de kasconstructie (met enkelglas) voor de bewoners tweeënhalve meter extra woonruimte. Om dat te illustreren hebben de studenten de veranda ingericht met een eettafel, een wasrek en een wand met verse tuinkruiden. Bij het vertrek krijgen de enthousiaste bezoekers nog het verzoek mee om voor de Delftse inzending te stemmen en de facebookpagina te ‘liken’.
Met de keuze voor de renovatie van een bestaande woning, in dit geval een kopie van het 60-er jarenhuis van de opa van Dennis IJsselstijn in Honselersdijk, onderscheidt het Delftse team zich van de meeste andere inzendingen die uitgaan van nieuwbouw. Hoogleraar klimaatontwerp & duurzaamheid prof.dr.ir. Andy van den Dobbelsteen (BK) zegt daarover: “De duurzame uitdaging van de toekomst ligt in het verbeteren van de bestaande woningvoorraad en in de verandering van individueel gedrag. Met dit huis, waarvan er 1,4 miljoen in Nederland staan, hebben we laten zien dat we een doorsnee Nederlands of Noordwest-Europees huis energieneutraal kunnen maken. We wilden bovendien laten zien dat we de kwaliteit van leven kunnen verbeteren door meer comfort en ruimte te bieden in combinatie met een fraaie, duurzame tuin met lokale materialen en planten.”
Naast de Delftse inzending zijn er vijf plannen die uitgaan van nieuwbouw op bestaande gebouwen: ONTOP en ROOFTOP (Duitsland), Atlantic Challenge (Frankrijk), Orchid House (Taiwan) en CASA (Mexico).

Groots denken
Van oorsprong ligt de focus van de bouwcompetitie op energieneutrale woonhuizen. Dat was het doel van de eerste Solar Decathlon die door het Amerikaanse ministerie voor energie in 2002 werd uitgeschreven. Het was de bedoeling dat universiteitsteams door slimme toepassing van zonne-energie tot haalbare voorbeelden kwamen van huizen zonder energieverbruik. In de jaren erna is de competitie overgewaaid naar Azië en Europa en heeft de competitie zich ontwikkeld als een soort kruising tussen een bouwdorp voor studenten en de Olympische spelen voor duurzaamheid.
Fransen zijn dol op grote uitdagingen en hebben voor deze versie van de SDE (Solar Decathlon Europe) dan ook nog wat andere wereldproblemen bij de kraag gevat. Ze nodigden universiteiten uit een urgent lokaal probleem aan te pakken. En zo verschenen er antwoorden op problemen als vergrijzing, klimaatverandering, wildgroei van steden, maar ook natuurrampen als aardbevingen, tsunami’s en overstromingen.
Architect, hoogleraar en competitiedirecteur Pascal Rollet zegt daarover: “De meeste teams hebben zich toegelegd op de energietransitie in de bestaande steden van het oude Europa. Voor niet-Europese teams zoals Thailand en Chili betekent ‘duurzaamheid’ antwoorden vinden op de natuurrampen die hun land belagen. In landen als India en Mexico proberen studenten oplossingen te vinden voor de snel groeiende steden.”
Professor Rollet was de begeleidende hoogleraar van het winnende team Canopea van de SDE competitie in 2012.

Zuid-Amerika
Het Mexicaanse bouwsel CASA ziet er van de buitenkant gesloten en weinig aantrekkelijk uit. Architect Julio Escandon, rond hoofd met rastahaar en een dun baardje, vertelt dat het team lichte zelfbouwunits heeft ontwikkeld die mensen bovenop hun betonnen huizen kunnen bouwen om de eindeloze uitdijing van de stad een halt toe te roepen.
Binnen de blinde witte buitenmuren blijkt zich een netwerk van looppaden, kamers en verdiept liggende tuinen te bevinden. Witte doeken zorgen voor weldadige schaduw en vangen bij regen ook het hemelwater op.
In de visie van de Mexicaanse studenten ontwikkelt zich bovenop de betonbouw van de buitenwijk Iztapalapa een nieuwe gemeenschap met daktuinen, beschaduwde gemeenschappelijke ruimtes en opvang van regenwater. “De overheid concentreert zich op bouw buiten de stad, maar dat werkt niet omdat mensen dan drie tot vijf uur per dag onderweg zijn naar hun werk. Wij ontwikkelen de middelen voor kleinschalige verdichting door de bewoners zelf”, aldus Escandon.

CASA FENIX is een Frans-Chileense noodwoning die uitkomst moet bieden na aardbevingen. De voortuin ligt nog bezaaid met wrakhout, een fietsframe en een autoband als stille getuigen van een tsunami of een aardbeving. Binnen geeft een student een rondleiding. Het geheel is modulair opgezet met een basisunit van 12 vierkante meter met een slaapkamer, toilet en badkamer. Houten balken met forse bouten en stapelbedden geven het de sfeer van een vakantiewoning of een berghut.
“Het is de uitdaging om voorlopige huisvesting duurzaam te maken”, legt een van de Chileense studenten uit. na verloop van tijd kan de basiseenheid worden uitgebreid met een keuken en een woonkamer. De woning wordt in de vorm van een platte bouwdoos geleverd, Ikea-stijl. De energie komt van 4 kilowatt aan zonnepanelen op het dak. Fibers in de holle ruimten moeten isolatie bieden en de waterflessen in de woonruimte dienen als warmtebuffer tegen de hete dagen en de koude nachten. De levensstandaard is eenvoudig, maar een stuk beter dan onder een zeildoek te moeten bivakkeren.

Betrokken
“Elk team laat kwaliteiten zien vanuit de lokale context”, zegt Dennis IJsselstijn. “Iedereen is bezig met problemen uit de eigen omgeving. Voor ons is dat een verouderde woningvoorraad die verduurzaamd moet worden, maar in Mexico of Chili spelen hele andere kwesties.”
Zo keert het engagement terug in de architectuur. Het e-woord stamt uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw toen Aldo van Eyck en Herman Hertzberger verkondigden dat betrokken architecten moesten bouwen om mensen een goede plek te bieden. De gebouwde omgeving moest geborgenheid bieden, maar ook uitnodigen tot interactie door middel van aangename gemeenschappelijke plekken en buitenruimtes. Klassieke voorbeelden hiervan zijn het ESA-complex in Noordwijk en het kantoor van Centraal Beheer in Apeldoorn evenals het inmiddels gesloopte muziekcentrum Vredenburgh in Utrecht.
Vanaf de jaren ‘90 overstemden de extravagantie, het grote gebaar en de architecturale statements die zachte mensgerichte benadering. De mens moest zich maar voegen naar het grandioze beton, staal en glas. Desnoods werden er naderhand wat geluiddempende en isolerende wandjes aan toegevoegd als de architect vertrokken was. Maar de crisis van 2008 en verder maakte met veel megalomane vastgoeddromen korte metten.
De nieuwe generatie architecten die nu hun opleiding afronden ontwerpt niet alleen plekken voor mensen, maar formuleert tegelijk antwoorden op de grote vraagstukken van vandaag. Bij ons zijn dat vergrijzing, levensloopbestendigheid en energiegebruik. Elders gaat het om het verbeteren van de levensstandaard in krottenwijken, rekening houden met overstromingen of het treffen van noodvoorzieningen.
Terug bij de Delftse ploeg vindt Van den Dobbelsteen het vooral van belang dat ze bewust zijn geworden van de uitdaging van de toekomst: “Betere oplossingen creëren voor de bewoners door beter gebruik te maken van alles wat er al ontwikkeld is en nog wordt voor de gebouwde omgeving.”

–> www.pretaloger.nl
–> www.solardecathlon2014.fr/en
–> Het duurzame rijtjeshuis is herrezen op het grasveld tegenover Sport & Cultuur als eerste bouwsel van de Green Village die daar moet verrijzen. Woonminister Stef Blok opende het huis voor belangstellenden op 25 augustus.

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with .