Skip to content


Bedrijfje spelen

Beeld: DUT.12 team

Het Formula Student team behaalde afgelopen zomer met hun vierwielen elektrisch aangedreven miniracer de tweede plaats in Engeland en de eerste plaats in Duitsland. Top natuurlijk, maar eigenlijk ging het daar niet om.

De Stevinhal achter het gebouw voor Civiele Techniek en Geowetenschappen is de thuisbasis van de dreamteams van de TU Delft. Hier werken studenten aan ondermeer zonnewagen Nuna, Solar Challenge zonneboot, flitsfiets Velox2, de ultrazuinige Ecorunner en de waterstofracer van Formula Zero. DUT Racing, aan het einde van de gang, is het oudste en het grootste studentenproject.
Teammanager Max Wink (22) is die maandagochtend na de race als enige op kantoor. Het project is afgerond. Binnenkort neemt hier de volgende generatie zijn intrek. In het midden van het lokaal staat een salontafel vol met bekers en trofeeën die het team de afgelopen weken heeft binnengesleept. Twee blinkende bekers springen in het oog: de eerste plaats voor elektrische wagens in Hockenheim (Duitsland) en de tweede plaats, maar wel een grotere beker, voor de gemengde competitie in Silverstone (Engeland). Daarnaast, als grote trots, twee maal de eerste prijs voor het beste ontwerp, de design award. Naast prijzen voor onder meer de snelste acceleratie (in 3,5 seconden naar 126 kilometer per uur), hoogste rendement en overall dynamics staan de bedrijfsprijzen: BASF beloonde de Delftenaren met de prijs voor het beste gebruik van koolstofvezels, van Airbus kregen ze de prijs voor de lichtste auto van de competitie (148 kilo inclusief 40 kilo aan batterijen), Bosch beloonde het elektrische ontwerp van de aandrijftrein en ook Mercedes AMG kende een prijs toe vanwege de innovatieve inpassing van elektromotoren in de voorwielen.
Eerlijk gezegd zakt het salontafeltje een beetje door onder de veertien bokalen en plastieken. En toch is meedoen belangrijker geweest dan het resultaat. “Ik heb nog nooit zo veel geleerd als dit jaar”, vat Wink zijn intensieve derde jaar samen.
Formula Student werd in 1978 in het leven geroepen door de Society of Automotive Engineers in Amerika, die stelde dat afgestudeerden te weinig praktische ervaring hadden. Ingenieurs zaten te veel achter de computer, vond de beroepsvereniging, en van echte krachten, maten en gewichten hadden ze weinig idee meer. Studenten in competitie een autootje laten ontwerpen leek een goede remedie. In 1979 vond die eerste competitie plaats (de SAE Mini-Indy) en in 1998 waaide het evenement als Formula Student over naar Engeland. De TU doet sinds 2001 mee. Eerst met een brullende benzinemotor, maar sinds vorig jaar met een fluitende en zoevende elektrische wagen. “Dit is veel leuker dan de Olympische Spelen”, zegt dreamteam-nestor dr.ir. Wim Thijs (faculteit 3mE). Hij heeft als windsurfofficial de wedstrijdsport van dichtbij meegemaakt en gezien hoe desastreus de Spelen uit kunnen pakken. Alle aandacht gaat uit naar de huldiging, maar de meeste sporters komen na jaren van opoffering met lege handen thuis. Dat is bij de dreamteams anders: “Hier gaat het heel vriendschappelijk toe, er worden geen drugs gebruikt en studenten worden beter in hun vak.”

Pure passie

Zelfverklaard chaoot Thijs (67) huist in een klein kantoortje in het gebouw voor Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Op tafel liggen stapels papier en langs de wanden staan mappen, ordners, boeken en rapporten opgestapeld tot aan het plafond. Vanaf 2001 is hij bij Formula Student betrokken en hij heeft ervoor geijverd dat studenten er studiepunten mee kunnen verdienen. Dreamteamleden in hun bachelor kunnen een minor doen die, aangevuld met enkele extra verplichtingen, dertig punten oplevert. Afgelopen jaar schreven zich ruim zeventig studenten in. Een derde van hen doet werktuigbouwkunde, een derde komt van L&R en de rest van andere faculteiten.
Thijs was ervan overtuigd dat studenten veel leren van zo’n praktisch jaar, en vond het vreemd dat ze er geen punten voor kregen. Nu maakt hij zich zorgen over de mogelijkheid dat studenten lid worden van een van de teams voor de punten, en niet meer uit pure passie zoals voorheen het geval was en zoals het eigenlijk hoort. Overigens zijn er ook andere manieren waarop studenten hun deelname aan een dreamteam in de studie kunnen onderbrengen. Zo deden zo’n zestig studenten hun bacheloronderzoek voor Formula Student (ze onderzochten stuuroptimalisatie, wielophanging en ultralichte velgen bijvoorbeeld) en een stuk of acht studeerden er op af. En toch: het gaat ook niet om de studiepunten.
Van Formule-1 races wordt gezegd dat daar de technologie wordt ontwikkeld die later in personenauto’s terechtkomt. Formula Student claimt dat niet, ondanks een aantal samenwerkingsprojecten met bedrijven. In 2008 bijvoorbeeld was Yamaha erg geïnteresseerd in hoe studenten hun motor aanpasten voor biobrandstof. Ook vroegen de Japanners het team om een motorfiets te vergroenen. Een ander voorbeeld was dit jaar de ombouw van een kleine elektromotor van lucht- naar waterkoeling om er meer vermogen uit te kunnen persen. Dat gebeurde in nauw overleg met de Duitse producent AMK, die alleen grotere motoren met waterkoeling levert. Toch kun je niet spreken over grootse innovatie en technologieoverdracht naar bedrijven. Over het algemeen komen bedrijven technologie brengen, en niet halen.

Vreemde competitie

Formula Student is een vreemde competitie. De studenten doen er alles aan om zo goed mogelijk te presteren, en tegelijkertijd gooien ze hun eigen glazen in. Bij welke andere wedstrijd immers stel je de werkplaats open voor je concurrenten? En waar help je ze bovendien fouten opsporen tot aan het ochtendgloren? Bij welke andere competitie onthul je publiekelijk de geheimen achter je succes? En bij welke andere tak van sport stap je over wanneer je als eerste eindigt omdat de uitdaging er af is? Toch deed het Delftse team dat toen het in 2010 voor de tweede keer als eerste eindigden op het Duitse circuit van Hockenheim. De eerste keer was in 2008 toen ze van benzine overgestapt waren naar bioethanol.
“Aan een auto die eerste wordt, hoef je niet veel te verbeteren”, legt oud teamlid ir. Jodi Kooijman uit.
De meervoudige ex-coureur werkt als promovendus bij 3mE en begeleidt DUT Racing als oudgediende samen met ir. Thom van Beek (teamlid 2002-2004) en nestor Wim Thijs. “Dus gingen studenten zich specialiseren op één enkel onderdeel, maar verloren ze het geheel en de samenwerking uit het oog.”
Wat de doorslag gaf was dat DUT-10 (Delft University of Technology auto 2009-2010) ondanks een geweldig resultaat op de baan niet de ontwerpfinale haalde. Dat deed zeer. “Daar moet je kunnen uitleggen hoe je vanuit het waarom, wat en hoe tot een bepaald ontwerp komt. Juist daarin moet (de TU) Delft als ontwerpersopleiding vooraan staan”, stelt Kooijman. Dus besloot het begeleidersteam de verworven zekerheden overboord te zetten en vanaf nul te beginnen met het ontwerp van een elektrische auto.
Die beslissing werd vorig en dit jaar beloond met zowel prijzen voor competities en de felbegeerde design awards. “Er is weer begrip van de auto als systeem”, constateert Van Beek.

Buitengewone studenten

Sponsors weten allang waar het werkelijk om draait in de Formula Student competitie. Sommige van hen willen studenten kennis laten maken met hun bedrijf (Corus) en andere willen ze laten ruiken aan hun product (Dassault Systèmes met ontwerpprogramma Catia). Maar hun belangrijkste drijfveer is: in contact komen met buitengewone studenten. Als Bosch een trofee uitreikt voor de meest innovatieve elektronica, gaat het niet om het kastje, maar om de mensen erachter: jonge aankomende ingenieurs met ervaring. De spin-off van de competitie zijn de studenten zelf. Ir. Henk Wapstra, oud-teammanager van DUT-08 en tegenwoordig maintenance supervisor bij Shell, zegt: “Het worden betere ingenieurs omdat ze de hele ontwerpcyclus al hebben doorlopen. Van top level requirements tot aan gedetailleerd CAD-ontwerpen en het vervolgens produceren en rijden. En dat alles binnen strak budget en deadlines.” Zelf heeft hij als sponsorwerver geleerd om kort, bondig en duidelijk te communiceren – een vaardigheid die volgens hem bij Shell goed van pas komt.
“Wij zien de competitie als een jaar werkervaring”, zegt projectleider ir. Igor
Dorresteijn bij sponsor SKF. Zelf deed hij mee in het eerste DUT-team. “Formula Student is een goede kweekvijver voor praktische ingenieurs”, vindt hij.
De ogen van Wim Thijs beginnen te glimmen. “Dat geldt niet voor alle studenten”, nuanceert hij. “Sommigen ontbreekt het aan inzet, anderen aan talent, en meestal gaat het samen. Als ze het lezen, weten ze zelf wel wie ik bedoel.”

 

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , , , , .