Skip to content


Stroom uit de Sahara

Paul van Son - Foto: Dii

In 2050 moet vijftien procent van de Europese elektriciteit komen van zonne- en windstroom uit de Sahara. Dat ambitieuze plan heeft het Duitse Desertec, een initiatief van een aantal wereldwijde bedrijven. TU-alumnus Paul van Son leidt de club sinds 2009 in München en sprak vlak voor Pasen in Delft over the challenge of our century.

WIE IS PAUL VAN SON?
Zelf afficheert ir. Paul Van Son (1953) zich graag als de man die in 1989 bij Essent voor het eerst groene stroom op de markt bracht. “Toen vond men dat heel raar. Er zijn toch geen grijze of groene elektronen? Nu is groene stroom een hele industrie geworden.” Groene stroom loopt als een rode draad door zijn hele loopbaan. Na zijn studie energietechniek aan de TU Delft (1978) werkte Van Son als manager bij Siemens en TenneT. Daarna volgde een rij directeurschappen (managing director) bij onder meer Kema en Essent. In 2008 werd Van Son naast prof.dr. Ad van Wijk (tegenwoordig hoogleraar future energy systems aan de TU Delft) directeur bij het duurzame energiebedrijf Econcern. Toen dat in de zomer van 2009 in de kredietcrisis failliet ging, stapte Van Son over naar Dii GmbH, beter bekend als Desertec. Daarvoor verhuisde hij naar München.

Voor een publiek van een kleine honderd studenten en medewerkers van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica deed Van Son de achtergronden van Desertec uit de doeken. Tegen 2050 wil het van oorsprong Duitse plan vijftien procent van de Europese elektriciteit opwekken met zonne- en windstroom uit de Sahara. Op den duur zou zelfs de hele Europese elektriciteitsvoorziening duurzaam moeten worden ingevuld met onder meer zonnestroom uit het zuiden, windenergie van de Noordzee en waterkrachtcentrales in de bergen. Om dat te bereiken is het nodig om in de woestijnen verschillende technologieën te ontwikkelen: zonthermisch, fotovoltaïsch, windenergie, maar ook hoogspanningsleidingen op gelijkspanning om in 2050 een vermogen van honderd gigawatt (equivalent aan honderd flinke kolencentrales) vanuit Noord-Afrika naar Europa te transporteren. Ook is men in Saoedi-Arabië gaan beseffen dat olie eindig is, en dat de zon er voor niets schijnt. “Dit is geen project”, zegt Van Son, “dit is een transitie.”

Eerst even een oriënterende vraag. Iedereen zegt dat u directeur bent van Desertec. U hebt het zelf over Dii. Wat is het verschil en wat doet u?
“Ik ben de directeur van Dii en dat staat voor Desertec Industrial Initiative. Dat is een initiatief van oorspronkelijk twaalf grote bedrijven. Inmiddels zijn er 55 bedrijven bij aangesloten, niet alleen uit Duitsland. Ook verder uit Europa, Noord-Afrika, Midden-Oosten, maar ook uit Amerika en Japan. Het initiatief is destijds genomen in samenwerking met de Desertec Foundation. Dat is de stichting die het idee Desertec heeft gelanceerd.”

Wat was dat oorspronkelijke idee?
“Het is eigenlijk een heel eenvoudig voorstel om zonne- en windenergie uit de Sahara en de woestijnen uit het Midden-Oosten geschikt te maken voor gebruik door de mensen ter plekke, in de vorm van stroom, of voor transport over lange afstand naar Europa.”

Wat is uw belangrijkste taak als directeur van die groep?
“Ik denk dat de belangrijkste taak is om de verschillende stakeholders met elkaar te verbinden. Dat zijn bedrijven, instanties, NGO’s en academies. En daarmee een ontwikkeling in te zetten, en te zorgen voor acceptatie en ondersteuning. En er ook voor zorgen dat de ontwikkeling in de juiste richting gaat. Dus het is in de eerste plaats een kwestie van verbinden van ideeën, mensen, instanties, kapitaalstromen en landen.”

Komt u daarbij veel weerstand tegen?
“Nee, eigenlijk niet. Iedereen is er vrij snel van overtuigd dat het een goed idee is.”

Ook de grote energiemaatschappijen die nu op fossiele energie draaien?
“Vooral de laatste jaren zie je bij bedrijven die veel met fossiele energie te maken hebben, dat die vrijwel allemaal inzien dat het de kant van zonne-energie opgaat. Wat je nog wel meemaakt, en wat vandaag hier ook even speelde, is dat mensen erg sterk de nadruk leggen op decentrale productie van energie door huishoudens met zonnepanelen op het dak en intelligente stroomnetten. Dat kom je tegen, maar dat is niet voldoende. Ik bedoel: je kunt niet de Volkswagenfabrieken in Wolfsburg met zonnepanelen van energie voorzien – dan moet je toch met iets groters komen.”

Dat wat betreft de energiebedrijven. Dan heb je de bevolking en de politiek.
“We spreken met regeringen en ook met banken zoals de Europese investeringsbank en de KFW (ontwikkelingsbank van de Duitse overheid, red.) en de African Development Bank. Dat soort instanties kan zorgen voor de kapitaalstromen.”

Heel belangrijk natuurlijk.
“Dat is het allerbelangrijkste: kapitaalstromen in de richting van dit soort investeringen.”

Maar we zitten middenin een economische crisis. Vindt u nog partijen bereid om te investeren in dit soort duurzame infrastructuren?
“U vraagt eigenlijk of mensen zich nog met de toekomst bezig willen houden. Natuurlijk zijn er problemen uit het verleden die we op moeten lossen. Want de huidige crisis is het gevolg van dingen die we in het verleden niet goed gedaan hebben. Aan de andere kant is er ook bij landen, regeringen en ook bij de bevolking een gevoel dat men aan de toekomst moet gaan werken. Duitsland is daar een goed voorbeeld van. Daar is men hard bezig met duurzame energie.”

Leeft dat ook onder de bevolking?
“Jazeker. De doorsnee Duitser heeft het vaak over de volgende generatie, en over de wereld die we achterlaten aan onze kinderen. Die moet gezond zijn. ‘We moeten ons bezighouden met duurzaamheid en niet de omgeving vervuilen.’ Zo spreekt de Duitser.”

Hoe is het dan om weer terug te zijn in Nederland?
“De toekomstgerichtheid vond ik tien jaar geleden sterker in Nederland dan nu. Mensen zijn tegenwoordig meer bezig met de problemen van alledag.”

Weinig langetermijnvisie?
“Men is er zich hier nauwelijks van bewust dat er een enorm energieprobleem op Nederland afkomt.”

We vertrouwen hier op het aardgas. En als dat opraakt importeren we verder vanuit Rusland.
“Dat kun je denken.”

Maar u moet er een beetje om lachen?
“Nee, leuk is dat niet. Het is symptomatisch voor een bepaalde houding van de bevolking van nu tegenover de problematiek die op je afkomt in de toekomst. Iemand mag zijn ogen daarvoor sluiten, maar dan moet je ook naderhand de consequenties aanvaarden. “

U herkent zich meer in de Duitse manier van denken, begrijp ik.
“Wat dit thema betreft wel, ja.”

En zijn veel vraagtekens te plaatsen bij het Desertec-plan. Maar het grootste probleem lijkt me op het ogenblik om de investeringen los te krijgen. Zijn er voorbeelden te geven van investeringen in duurzame energie ondanks de economische crisis?
“Duitsland heeft alleen al in eigen land meer dan 120 miljard euro geïnvesteerd in zonnepanelen in de afgelopen tien jaar en daarnaast vele tientallen miljarden in windenergie en biomassaverwerking. Maar ook bijvoorbeeld de Wereldbank die drie zonne-energieprojecten mogelijk heeft gemaakt in Egypte, Marokko en Algerije.”

Zou er dit jaar niet een project beginnen in Marokko?
“Nou, in de komende jaren. Er lopen voorbereidingen voor een zonnecentrale in Marokko.”

Daarvan zou de bouw in 2012 beginnen, las ik.
“Ja, de SüdDeutsche Zeitung heeft iemand geciteerd die beweert dat hij dat nooit gezegd heeft. (Lacht) Ik ken de details verder niet. We zijn wel bezig met de voorbereiding van een project, en dat wordt het eerste pilotproject. Dat zal een van de komende jaren wel gerealiseerd worden.”

Ik herinner me een verhaal van een zonnecentrale ter grootte van 150 megawatt?
“Dat is het eerste deel van in totaal 500 megawatt en dat is dan gespreid over verschillende technologieën.”

Voor dat soort avonturen krijgt u wel geld los, maar het duurt wat langer dan voorzien?
“Onze industriële partners leggen risicokapitaal op tafel. Ongeveer een derde van de investeringskosten hebben we rond en de rest bestaat uit allerlei verschillenden financieringen zoals leningen, regelingen om stroom af te nemen enzovoort. Daar zijn nu gesprekken over gaande. En garanties, die soort zaken.”

Ingewikkeld?
“Niet zozeer ingewikkeld maar een moeilijke puzzel, omdat je een boel verschillende stukjes hebt die allemaal in elkaar moeten passen. Het financiële verhaal moet rond zijn, en dat komt pas zover als alle partijen die erbij betrokken zijn gelijktijdig zeggen: ja, onder deze omstandigheden wil ik er aan meedoen.”

En dat is uw baan, om die mensen zover te krijgen?
“Dat is één van onze activiteiten.”

Een ander probleem lijkt me het neokoloniale idee dat je in het Desertec-plan kunt zien.
“Europa kan zo’n aanpak wel vergeten. Die tijd is voorbij. De huidige realiteit is dat je met zeer zelfbewuste landen te maken hebt die voor zichzelf bepalen wat ze willen ontwikkelen en ook of, en zo ja hoe ze iets willen exporteren. Daar komt geen neokolonialisme aan te pas.”

Hoe gaat die deal dan? Europa heeft duurzame energie nodig uit Afrika, maar we biedt ze ook wat?
“Op korte termijn hebben we het nog niet zo nodig. Sterker nog: vandaag exporteert Europa nog stroom naar Marokko. Op de lange termijn hebben we het wel nodig, en is het een belangrijk onderdeel van de Europese energiemix. Daar wordt dan gewoon voor betaald. Europa koopt dan gewoon energie in Noord-Afrika of Midden-Oosten.”

Het Afrikaanse belang is dus gewoon om er geld mee te verdienen?
“Arbeidsplaatsen, geld, lokale industrieën die ze ermee creëren. Het belangrijkste onderdeel van de hele operatie is niet zozeer stroom voor Europa, maar fossiele energie te vervangen door hernieuwbare energie in die landen zelf. Landen in Noord-Afrika en Midden-Oosten zijn nu geheel afhankelijk van fossiele brandstoffen. En op lange termijn gaat dat een keer fout natuurlijk.”

Dat begint men daar zelf ook in te zien, bedoelt u?
“Allemaal. In de laatste twee jaar is dat inzicht helemaal doorgebroken. Twee jaar geleden beschouwde men het vaak nog als een theoretisch verhaal. Nu zijn de meeste landen druk doende met plannen voor duurzame energie.”

Welke landen heeft u het dan over?
“Marokko, Algerije, Tunesië, zelfs Libië. Egypte, Jordanië, Saoedi-Arabië nu ook.“

Dat lijkt op een tweede Arabische Lente.
“Ik denk dat het de Arabische energielente is.”

In Noord-Afrika is sinds vorig jaar veel veranderd. Wat betekent dat voor de plannen van Desertec?
“Daar verandert weinig aan. Alle samenwerkingsovereenkomsten stammen van na de Arabische Lente van vorig jaar. Er zijn natuurlijk bewegingen in de politiek en in democratische structuren die tijdelijk effecten kunnen hebben, zoals nieuwe ministers met nieuwe strategieën. Dat is duidelijk. Maar op de lange termijn zien we dat de politiek zich steeds meer met energietoekomst gaat bezighouden omdat het ook steeds meer als een probleem erkend wordt. Dus onafhankelijk van de politieke structuur beweegt het allemaal dezelfde kant op.”

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , , , , , , , .