Skip to content


‘Ik ben niet zo serieus’

Nederlands jongste wonderkind Erik van den Boom stapt volgende week in de collegebanken bij technische natuurkunde (TNW). Zoals zijn vriendjes naar school fietsen, zo gaat hij naar college. En ’s middags weer naar huis.

Wie is Erik van den Boom?
Zijn eerste dierentekening in de kleuterklas bestond uit bizarre zwevende vormen met in blokletters daarbij geschreven ‘PLANKTON’. De juf wist niet wat het was. Het pientere knaapje, geboren op 4 augustus 1997, sloeg op de lagere school een klas over en ging op elfjarige leeftijd met Cito-score 547 naar het Stedelijk Gymnasium Schiedam. Daar bracht hij slechts drie jaar door. In 2010 nam hij deel aan de finale van de wiskunde olympiade. Zijn profielwerkstuk ‘Entanglement and Bell’s inequality’ over de compleetheid van de quantummechanica, dat hij met medewerkers van prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven schreef, werd dit jaar beloond met de Wynand Wijnenprijs voor het beste vwo profielwerkstuk. Van den Boom begint een bekende Nederlander te worden. Hij verscheen in Hart van Nederland, Jeugdjournaal en bij TV Rijnmond. De Telegraaf schreef over hem, het AD, de Volkskrant, het NRC, het Parool en de Metro. Hij kwam op de radio bij 3FM, Q-music, Radio-1 en Radio-2. Maar zijn optredens in De Wereld Draait Door waren toch wel zijn doorbraak. Toen werd bekend dat Van den Boom niet alleen buitengewoon slim is, maar ook erg muzikaal. Binnenkort verschijnt zijn eerste EP ‘Take It’ met clubrepertoire.

Maandag was je bij de opening van de Owee week. Hoe was dat?
“Ik vond het heel leuk. Het was anders dan ik had gedacht – allemaal heel groot en iedereen ging liedjes zingen. Ik vond het wel heel leuk en ik had ook meteen een klik met die mensen.”

Werd je herkend?
“Niet dat mensen naar me toe kwamen en zeiden: ‘Hé ben jij dat jongetje?’ Dat gebeurt normaal altijd wel. Alleen als ik met mensen praatte bleek dat ze eigenlijk al alles over me wisten van De Wereld Draait Door. Maar ze zeiden het niet uit zichzelf.”

Is dat handig dat mensen weten wie je bent?
“Soms wel. Ik vind het ook wel leuk dat ik op straat word aangesproken.”

Veel studenten gebruiken de Owee om andere mensen, de stad en verenigingen te leren kennen. Hoe is dat voor jou?
“Ik ga niet bij een vereniging – dat is voor mij niet echt handig.”

Vertel eens.
“Daar gaan ze feesten en dat soort dingen. Ik ga vooral naar Delft voor de colleges. Mijn vrienden wonen in Schiedam en zijn ook dertien of veertien jaar oud. Daarom ga ik niet bij een vereniging. Maar ik wil wel naar de Owee om mensen te leren kennen. Ik twijfelde of ik woensdag ook nog zou gaan, maar ik heb het nog te druk met de muziek.”

En met muziek bedoel je je eigen muziek?
“Ja, mijn EP die binnenkort uitkomt.”

Daarover later meer. De meeste studenten die nu op de Owee rondlopen zijn op zoek naar kamers, maar dat is voor jou anders. Jij blijft gewoon bij je ouders wonen?
“Ja, sommigen vragen wel of ik op mezelf ga wonen, maar dat gaat natuurlijk niet echt. Het is trouwens maar een half uurtje fietsen. Dat is geen probleem. Er zijn mensen op het gymnasium die elke dag drie kwartier moesten fietsen uit Maasland. Dus dan kan ik wel in een half uurtje naar Delft.”

Even een grote stap terug. Wanneer merkte je voor het eerst dat je slimmer was dan de rest? De term ‘wonderkind’ wordt gebruikt – zie je jezelf ook zo?
“Niet echt. Ik voel me niet anders of zo.”

Maar je bent wel anders. Wanneer kwam je daar achter?
“Ik denk dat het heel geleidelijk is gegaan. In het begin merkte ik wel dat ik dingen sneller begreep. Dan zei m’n moeder: ‘Misschien kunnen zij weer andere dingen beter.’ Toen heb ik groep drie overgeslagen. Mensen vonden dat bijzonder. Daarna ben ik de wiskunde van de middelbare school erbij gaan doen. In groep acht zat ik al vierde klas wiskunde te doen. Toen kwam ik er een beetje achter, in de loop van de basisschool eigenlijk.”

Je hebt op de basisschool één jaar ingelopen, maar op het gymnasium ging het wel heel hard. Dat heb je in de helft van de tijd gedaan.
“Klopt. Toen had ik ook wel door dat er iets aan de hand was.”

Zou ook dom zijn als je dat niet begreep. Dat betekent volgens mij twee dingen: dat je altijd de slimste bent in een gezelschap, en ook vaak de jongste. Hoe is het om altijd de slimste te zijn?
“Dat is niet ongemakkelijk of zo. Meestal maken we er een geintje van. Als ik met mijn vrienden afspreek merk je er ook niks van want we hebben dezelfde belevingswereld. Ik voel me dan niet anders dan andere veertienjarigen.”
Je hoeft je niet in te houden? Ik kan me voorstellen dat jij aan een half woord genoeg hebt om iets te begrijpen en dat je dan op anderen moet wachten.
“Op school is dat soms wel zo. In de wiskundelessen vooral. Met het leren van lesstof heb ik dat, dan merk ik een verschil natuurlijk. Maar als ik buiten voor de lol een potje ga voetballen dan heb ik dat niet.”

De andere kant van het verhaal is dat je vaak ook de jongste bent in een gezelschap. Dat was de afgelopen jaren zo, en de komende tijd is dat zeker het geval. Is dat lastig?
“Het blijft altijd een beetje raar dat ik vijf jaar jonger ben dan de rest. Maar het viel eigenlijk wel mee, want ik kan gewoon met ze praten. Net als met m’n zus die ook achttien is, daar ga ik ook normaal mee om. Als ik met ze in de les zit is het gewoon normaal. Daarna ga ik naar mijn leeftijdgenoten toe. Dus dat is verder geen probleem. Je hoort wel eens van mensen dat ze gepest worden omdat ze iets anders zijn, maar ik ben zoveel jonger dat ze er geen probleem mee hebben.”

Dus al er een leeftijdverschil is, dan meteen maar een flink verschil?
“Ja, want dan weet iedereen: Erik is vijf jaar jonger en we accepteren dat hij er ook is. Maar als ze net iets ouder zijn, is het net of ik het kleintje ben. Snap je?”

Leuke theorie. Zit de pienterheid bij jullie in de familie?
“Nou mijn vader is vooral creatief. Hij is kunstenaar en maakt van die abstracte schilderijen. Mijn moeder is wel slim, maar niet heel erg. Die is jurist.”
Daar moet je toch wel slim voor zijn. Maar over de wiskunde en de muziek waar jij dan in uitblinkt hoor ik niets.
“Ja, mijn moeder speelt goed piano, ze heeft ook eerst conservatorium gedaan, maar componeren daar houdt ze zich niet mee bezig. Dat doet niemand uit de familie.”

Dus waar dat vandaan komt weet niemand. Even wat meer over de muziek. Dat je heel slim in wiskunde bent, dat weten de meesten wel. Maar wat doe je met muziek?
“Ik componeer zelf in verschillende stijlen: pop en voor de EP vooral house muziek – dat is muziek die bedoeld is voor in een club. Binnenkort komt die op de markt met zes nummers die ik gemaakt heb. Dan ben ik officieel artiest. Ze gaan een promo uitsturen zodat alle grote dj’s zoals Armin van Buuren en Tiësto het kunnen beluisteren. Als ze het leuk vinden kunnen ze het downloaden om te draaien natuurlijk.”

Is het allemaal feestmuziek?
“De clubmuziek heeft een echte opbouw om op te dansen. Maar ik maak ook pop en klassiek. Eigenlijk doe ik dat allemaal en ik hiphop ook een beetje voor de raps.”

Helpt het dan dat je een bekende naam hebt om je muziek onder de aandacht te brengen?
“Hier in Nederland wel. Maar ik praatte met de baas van Armada, Maykel Piron, en vertelde dat ik in Nederland best bekend was. Hij zei toen dat Nederland zo klein was dat die beroemdheid niks uitmaakt. In Amerika weten ze niks van mij. We hebben drie uur met hem zitten te praten over de introductie van mijn EP.”
Heb je daar straks nog wel tijd voor?
“Ik ga de eerste week natuurlijk veel leren – dat zal wel wennen zijn. Daarna ga ik het een beetje combineren denk ik.”

Was je op de middelbare school veel tijd kwijt aan je huiswerk ?
“Nee, haha. Ik deed niet alles, maar wat ik deed, daar was ik niet veel tijd mee kwijt. Ik ben niet zo serieus. Alleen voor mijn examen natuurlijk wel.”

Je wilde wiskunde en natuurkunde gaan studeren. Is dat nog steeds zo?
“Ik ga alleen natuurkunde doen. Ik twijfelde tussen een van de twee of allebei. Maar met twee studies kan ik niks anders meer doen. Dan ben ik alleen met die studies bezig.”

Dat is ook een beetje jammer.
“Precies. Ik vond allebei wel erg leuk, maar heb voor natuurkunde gekozen omdat het breder is. En er komt veel wiskunde bij kijken – iets van zestig procent of zo. Daarom leek natuurkunde me net iets leuker.”

En dan houd je nog wat tijd over voor je muziek?
“Zeker en het contact met mensen – dat is ook wel leuk om te doen.”

Laten we aannemen dat je nominaal studeert. Tegen de tijd dat je afstudeert ben je dan achttien. Net zo oud als je jaargenoten nu. Heb je al ideeën wat je daarna gaat doen?
“Niet echt. Hopelijk dat het hard gaat met de muziek en dat ik daarmee door kan. Anders zou ik niet weten wat een beroep voor mij zou zijn. Maar daar heb ik nog de tijd voor.”

Je mag er nog vijf jaar over nadenken. Je hebt intussen wel mensen uit de muziek ontmoet, je hebt Nobelprijswinnaars Paul Crutzen en Marinus Veltman ontmoet en KNAW-voorzitter Robert Dijkgraaf. Denk je dat je ooit moet kiezen tussen de muziek en de wetenschap?
“Ik weet niet. Dat is nog zover weg. Je kunt geen twee banen hebben, denk ik. Dan wordt het ene je baan en het andere je hobby, maar ik zou niet weten wat ik dan zou moeten kiezen. Ik zie het wel. Ondertussen zeggen mensen uit de muziek tegen me: je moet stoppen met die studie en muziek gaan maken en omgekeerd natuurlijk ook.”

Omdat er heel weinig mensen zijn die het alle twee doen.
“Klopt. Iemand van DWDD zei ook tegen me: ‘Als je alleen zo slim was, hadden we je niet in de uitzending gevraagd.’ Dat vond ik wel een compliment.”

Wie weet waar het op uitdraait. Ken je voorbeelden van mensen die goed waren in muziek en wiskunde?
“Niet dat ze echt in beide werelden werken. Er is wel een trance dj die ook heel slim schijnt te zijn, maar hij werkt niet in de wetenschap. Albert Einstein kon leuk muziek maken, maar hij heeft er niet zijn carrière van gemaakt.”

Link naar artikel in Delta

Posted in Artikelen, Delta.

Tagged with , .


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.