Skip to content


Blauwe daken

VROM.nl, augustus 2006

Blauwe daken

Als de zon schijnt, dan lachen de Duitsers. Een beetje zon doet wonderen voor het humeur, hoewel ik ook veel geklaag heb gehoord tijdens de afgelopen hittegolven. Maar in Duitsland is er meer aan de hand dan een zomerse stemming alleen. De zonnepanelen (Solaranlagen) zijn er immens populair geworden en ieder beetje zon levert direct geld op. Ganz toll.
Zonnepanelen zijn duur en ineffici‘nt, zo dacht ik altijd. Ze zetten tien tot hooguit twintig procent van de zonnestraling om in elektriciteit. Maar de panelen zijn dermate kostbaar dat ze eigenlijk alleen geschikt zijn voor afgelegen straatverlichting, boeien op zee en draadloze praatpalen. Dat dacht ik tenminste. Tot serieuze elektriciteitsopwekking achtte ik ze niet in staat.
Nu bestaan er weldegelijk zonnecentrales. ‘s Werelds grootste ligt momenteel in OberPfalz bij MŸhlhausen en levert maximaal 10 Megawatt aan elektrisch vermogen, wat voldoende is voor zo’n tienduizend huishoudens. Tenminste twee andere zonnecentrales van vergelijkbare grootte zijn in aanbouw. Toch beschouwde ik zulke pojecten meer als demonstratie- en testfaciliteiten dan als stroomproducent.
Maar ook in het klein rukt de blauwe revolutie op. Ik kom regelmatig in het dorp van mijn schoonouders in Zuid-Duitsland, Het ligt in een prachtig heuvelachtig gebied (SchwŠbische Alb) en vanaf een hoog uitzichtspunt is duidelijk te zien hoe er iedere keer meer daken getooid zijn met blauwe zonnepanelen. Mooi of niet, een blauwe golf trekt door het Duitse landschap.
Nu zijn Duitsers wel zeer Umweltbewusst. Zo heeft ieder huishouden minstens vijf verschillende afvalbakken en het systeem is zo ingewikkeld dat ik nog steeds niet de tafel af kan ruimen zonder een milieudelict te begaan. Zou dit milieubewustzijn de drijvende kracht achter de blauwe golf zijn. Tot voor kort dacht ik van wel.

Een vriend van me heeft eens een zonnepaneel met omvormer (zet zwakstroom van het paneel om in netspanning) kado gekregen. Hij heeft het aan zijn balkon aan de zuidzijde gehangen en als de zon schijnt, mag hij graag alle apparatuur uitschakelen. Hij loopt dan naar de meterkast en ziet iets moois gebeuren: de elektriciteitsmeter loopt achteruit. Dat is genieten.
Ik voelde er wel voor om zijn voorbeeld te volgen en was dan ook erg ge•nteresseerd toen de plaatselijke bouwmarkt zonnepanelen in het assortiment kreeg. Een bescheiden elektrisch vermogen (175 Watt) tegen een fors financieel vermogen (1400 euro). Een sigarendoosberekening leerde me dat het ruim veertig jaar zou duren voordat het ding z’n geld zou hebben opgebracht. Als-ie zo lang mee zou gaan, en ik ook.

Maar hoe doen die Duitsers dat dan? Het antwoord is eenvoudig: door het EEG (Erneubare Energie Gesetzes). Dat is een wet die bepaalt dat zonnestroom van particulieren tegen een gegarandeerde prijs van ongeveer 50 cent per kilowattuur wordt afgenomen. Ter vergelijking: het gangbare stroomtarief is zes cent. Daarnaast is rente op de investering van ongeveer dertigduizend euro aftrekbaar van de belasting, net als de hypotheek. De regeling is op 1 januari 2004 van start gegaan en heeft een levensduur van twintig jaar. Op internet verschijnen al oproepen van bedrijfjes aan particulieren om hun dak te verhuren. Zo lucratief is zonne-energie geworden.
Nu zal dat niet de bedoeling geweest zijn, maar feit is dat er dankzij de groenstroomwet een enorme impuls is gegeven aan producenten en installateurs van zonnepanelen. Volgens het Umweltministerium zijn er 130.000 banen bijgekomen, het aandeel groene stroom is met tien procent gegroeid en er is 70 miljoen ton CO2 minder uitgestoten. Vergelijkbare regelingen gelden ook voor windenergie en andere duurzame bronnen. Een mooi voorbeeld van hoe milieubeleid innovatie kan stimuleren.

copyright © Het Inzicht / Jos Wassink, 2006

Posted in VROM.


0 Responses

Stay in touch with the conversation, subscribe to the RSS feed for comments on this post.

You must be logged in to post a comment.